Ook van deze auteur zijn/is:
257 - Rijnstraat 23 - “Huize Draaisma”
<< vervolg van deel 1
Periode 1953 tot 1966
Bij de verhuizing van de familie Draaisma naar Heemstede in 1953 is de zaak overgenomen door de familie Meulkens. Hierbij is de naam van de winkel gehandhaafd door deze Huize Draaisma te noemen. De details van het onderstaande relaas zijn mij verteld door Ad Meulkens, de zoon van de opvolgende eigenaar.
Ik had het genoegen enkele ontmoetingen met hem te hebben om zijn jeugdherinneringen op te kunnen tekenen. Wij spraken elkaar in de Rivierenbuurt, heel toepasselijk in café Rivièra; het praten gaat een stuk makkelijker onder het genot van een drankje. Ad, geboren in 1954, woonde met zijn ouders, en zijn in 1960 geboren zus, boven de winkel. Zijn kleuterschooltijd bracht hij door onder de vleugels van de zusters van de Thomas van Aquino kerk. De lagere school die hij bezocht was de Albert Magnusschool in de IJselstraat, vanzelfsprekend met uitsluitend een heleboel andere jongens”.
Wat deed je zoal als je op straat speelde?
“Wat erg fijn was, voor mij althans, was met de step het trottoir op en neer racen. Vooral vanaf de brug van de Amstelkade weer terug omdat het daar natuurlijk wat afliep. Ik geloof alleen dat het niet altijd tot genoegen was van de andere winkeliers en toevallige passanten. Wat op mij als klein jongetje nogal indruk heeft gemaakt was een ongeluk dat zich eens op straat afspeelde. Het was ter hoogte van de bloemenwinkel van Zurel. Een van hun medewerkers was aangereden toen deze plotseling was overgestoken. Alhoewel ik het niet precies heb gezien, was toch het feit dat het om een bekende ging voldoende om voor altijd in mijn geheugen gegrift te staan. Het verkeer in de straat was allengs toch behoorlijk druk aan het worden in die tijd, aangezien het nog dé uitvalsweg naar Utrecht was”.
Er zal toch ook wel sprake geweest zijn van kattenkwaad?
“Niet dat het een excuus is, maar ik zal hooguit 3 jaar geweest zijn toen er een akkefietje was met tomaten”. (Nu wordt hij stiekem toch wat enthousiast – TA). “Op de hoek van de IJselstraat vlakbij de groentewinkel van Peeper, stond zo’n mooie grote Chevrolet geparkeerd. Van de uitstalling voor de groentewinkel heb ik daar toen een tomaat gepikt en deze lekker vol tegen de auto gegooid. Het effect was zeer zichtbaar: eerst het uit elkaar spatten en daarna het zich langzaam, als een waar kunstwerk, langs het koetswerk verspreidende rode vocht. Dat wilde ik nog wel een keer meemaken. Na de tweede tomaat begon het spel van de herhaling en wat is leuker voor een kind dan dat? Al gauw werd mijn kunstuiting door enkele ooggetuigen opgemerkt en werd ik in mijn kraag gevat. Na te zijn thuisbezorgd, kreeg ik van mijn moeder een emmer sop om er flink op los te boenen. Na de overname van onze zaak door Ronchetti, woonden we nog enige tijd in onze woning op 1 hoog boven de winkel. Daar was ik een keer met een bal aan het spelen op de veranda, samen met Etienne Tiessen uit de Maasstraat. De bal kwam natuurlijk terecht op het dak van de banketbakkerij dat van doorzichtig golfplaat was. Etienne sprong er achteraan, niet bedacht op het zwakke materiaal. Hij ging er finaal doorheen en viel op de meelbank die er onder stond. Wat een consternatie .De bakker was niet blij en joeg ons eruit. Nadat we ons afgeborsteld hadden en schone kleren aan hadden getrokken, zaten we keurig als twee ‘niets-aan-de-hand’ jongetjes op de bank. Dit had niet het gewenste effect, want mijn moeder rook onmiddellijk onraad.
Toen ik een jaar zes/zeven was kon je mij ook vaak vinden in de remise Lekstraat. Mijn interesse voor trams was al vroeg gewekt en is tot heden iets waar ik me nog steeds mee bezighoud. Met Theo van der Star speelde ik op het pleintje op de hoek van de Kromme Mijdrechtstraat en de Lekstraat. Met hem sloop ik ook graag de remise in. Het was een sport om onopgemerkt de hele remise door te wandelen en er aan de Amsteldijk weer uit. Intussen gaven we onze ogen goed de kost, al moesten we soms snel een tram binnenschieten om uit beeld van het personeel te blijven. Vanaf die tijd ben ik al helemaal vertrouwd geraakt met kleuren, typen, lijnenplan, enz. Eenmaal kon ik de verleiding niet weerstaan en heb een wisselpook, die niet wegging toen ik hem dat vroeg, meegenomen naar huis waar hij nog steeds verblijft. Tot op heden ben ik nog regelmatig bij de remise te vinden”.
Laten we het eens over je schooltijd hebben.
“Die begint natuurlijk op de Catharina kleuterschool. Hier werden de jongens en meisjes nog niet gescheiden. Het grappige is dat ik daar een vriendinnetje had, Marion Koelink, waarmee ik tot op heden nog contact heb. Schoolhoofd was Zr. Alma en dan had je nog Zr. Jeannette. Op de lagere school waren het dus alleen jongens en ik kan nog wel wat namen noemen. Jos Tesser, Theo de Smale, Hans van der Muiden (uit de Trompenburgstraat), Jeroen Buur (Boterdiepstraat, waar ook Marion woonde) en Peter Dijkman, de zoon van de koster. Hoewel niet alle namen me te binnen schieten weet ik dat we een van juffen ‘kabouter’ noemden. Meneer Dijkstra was meester van de 5e klas. Meester Smits van de 4e klas rookte altijd sigaren, dus kreeg van ons de naam ‘Peukie’. ‘Pietje’ was hoofd van de school en heette voluit Piet Schrijvers, niet te verwarren met de oud keeper van Ajax. In de zomer gingen we naar de zgn. vakantieschool met o.a. een speeltuin erbij aan de Zuidelijke Wandelweg vlakbij het Mirandabad. Die was er speciaal voor kinderen van winkeliers en zelfstandigen. Later gingen we ook wel een dagje met bussen naar de Kennemerduinen. Verzamelen achter de Thomas kerk.”
Toen je een jaar of tien/elf was, waren toen je wilde jaren voorbij?
“Zeker, ik was inmiddels misdienaar in de Thomas van Aquino geworden. Eénmaal per jaar was er hét uitje naar de Efteling. Daarna gingen we naar de speeltuin en eten bij Steenbakker. Het toeval wil dat ik op dit moment in Kaatsheuvel woon, in dezelfde straat als waar restaurant Steenbakker toen was. Zondags met mijn ouders mee naar de kerk was toch meer een plicht dan plezier. Voordeel was wel dat ik dan Marion weer zag, die met haar ouders dezelfde kerk bezocht. Ons gegiechel over en weer werd niet erg gewaardeerd. Een mooi moment was onze 1e Heilige Communie. Hoewel zoals altijd de jongens en meisjes aan beide kanten van de kerk gescheiden zaten, was het ritueel zo dat op een bepaald moment de jongens en meisjes twee aan twee een rij vormden om naar het altaar te lopen. Het kwam precies zo uit dat ik met Marion een paar vormde. Er is even een tijd geweest dat we verkering hadden, maar verder is het niet gekomen. Wel is het zo dat ik, mede door het feit dat onze ouders altijd met elkaar bevriend zijn gebleven, nog steeds een goed contact met haar heb. Na onze verhuizing naar Waalwijk ben ik daar getrouwd met mijn huidige vrouw Annie. Wij hebben twee zoons en een dochter. De eerste jaren in Waalwijk had ik behoorlijk last van heimwee naar Amsterdam.
Indertijd moest ik ook af en toe helpen in de bakkerij en vooral met de feestdagen ook bestellingen rondbrengen. Dat laatste leverde natuurlijk wel fooien op, dus dat was niet het vervelendste om te doen. Wij bezorgden wel tot in Osdorp, maar ook bij de paters van de Thomas kerk. Ik ben wel geschrokken toen ik ontdekte dat de kerk is afgebroken. Als je weet dat je daar nog als baby hebt rondgekropen, is dat toch een vreemde gewaarwording”.
Zoals iedereen zijn eigen invulling van nostalgie heeft, uit dit zich bij Ad Meulkens in het bewaren van enkele voorwerpen uit de tijd van zijn ouders banketbakkerij. Zo heeft hij thuis o.a. nog een kwitantieboekje, enkele houten kisten waarin de bonbons van Ringers werden geleverd en zelfs enige recepten van producten van hun ambachtelijke nering.
Wat kun je verder nog vertellen over het leven in de Rijnstraat?
“ ’s Zondags gingen we naar het voetballen bij DWS Blauw Wit. Voor zover ik weet hadden ze daar toen de eerste speler met een ander huidskleurtje, een Surinamer, wat een in het oog vallend verschijnsel was. In 1960 werd mijn zus Monique geboren. Zij had de moed om op de wereld te komen op Oudejaarsdag, lekker uitgekozen bij ouders met een banketbakkers-zaak. Voor mij verliep de dag ook anders dan ik me had voorgesteld, want ik mocht niet thuis blijven en werd uitbesteed aan de oppas.
Onze naaste buren waren de sigarenwinkel op nr. 21 en kruidenier Grishaver op nr. 25. Verderop had je dan nog Simon de Wit, de fietsenstalling, Peeters textiel en slagerij Goeting ( Leverworst van Goeting, een goed ding!). Aan de overkant waren indertijd o.a. melkboer Been, bloemisterij Zurel, de al genoemde groetenman en op de hoek van de IJsselstraat een bankkantoor.
Dat we in 1966 zijn gestopt met de zaak was vooral wegens de gezondheidstoestand van mijn moeder en het feit dat er geen opvolging beschikbaar was. In het pand is nog jarenlang een (banket)bakkerij gevestigd geweest”.
Bij vertrek van de familie Meulkens bleef de zaak een banketbakkerij. Het bedrijf is overge-nomen door Ronchetti onder wiens naam de zaak is voortgezet. Daarna werd het De La Haije. Hierover later.
November 2012
Tekst : Ton Apon
Foto’s: Fam. Meulkens