Ingezonden bijdrage van: Es van Essen

 
Terug naar de vorige pagina <<

 

index ingezonden

Pagina van Es van Essen

VIJFTIGER JAREN FRAGMENTEN

In Amsterdam ben ik geboren en getogen. Mijn jeugd, tot mijn negentiende, heb ik doorgebracht in de Rivierenbuurt. Veel bebouwing is daar te vinden in de stijl van de Amsterdamse School. Ik woonde in de Vechtstraat 45/1 - om de hoek van de Meerhuizenstraat- alwaar ik ook op school zat en wel op de Sint Catharina meisjesschool, bij de nonnen. Er zaten genieperds tussen. Ik vond het daar verschrikkelijk. Als je een lange broek aan had moest daar altijd een rok overheen. Netjes, keurig en vooral zedig. Ik kan me herinneren dat ik wel eens -stiekem- door zo'n azijnpisser geknepen werd.
Zuster Catharina, het hoofd der school, voelde zich god zelve. Als zij, met haar autoritaire houding, de klas binnenschreed, moesten we gaan staan en verwaardigde hare hoogheid met een zelfingenomen knik dat we weer mochten gaan zitten. Je kon een speld horen vallen als ze voor de klas stond. Eén en al gezag. In de Thomas van Aquinokerk in de Rijnstraat, inmiddels afgebroken en vervangen door flats, kweelde ze tijdens de pontificale hoogmis met haar zalvende stem, nét een half toontje hoger.


- - zomer 1957 - -

Ik speelde vaak en graag op straat. Mijn dag kon niet meer stuk als -bij uitzondering- mijn poppenwagen op straat mocht. Zodra ik om de hoek was en uit het alziend oog van mijn moeder gooide ik de poppen eruit en ging er zelf inzitten. Dan commandeerde ik mijn vriendjes het wagentje te duwen zo hard ze konden.
Zonder al te veel gevaar deden we op de rijweg slagbal met rondjes. Veel auto's waren er nog niet. Spoorzoekertje en diefje-met-verlos behoorden bij ons favoriete vermaak, net als springen, tollen, knikkeren en steltlopen. Met brandende fakkels van krantenpapier renden we door de straat, op goed geluk dat mijn ouders het niet zagen want anders kreeg ik een uitbrander.
Veel te gevaarlijk, kind!
Ik was een wildebras. Dagelijks geschaafde knieën van het klauteren en klimmen.
Aan het einde van de straat begon het buitenleven. 'Het landje' heette dat. Daar mocht ik absoluut niet heen van mijn ouders, naar verluidt liepen op de Ringdijk allerlei enge mannen: kinderlokkers, pedofielen, gluurders en potloodventers, de zogenaamde exhibitionisten. Mijn vriendjes en ik zochten tegen alle regels het verbodene op. Op onze beurt gingen we 'vieze mannen' voyeren. We slopen naar verboden plaatsen en waren getuigen van een man die masturberend een vrijend paartje aan het begluren was of zagen latente homofielen die 'het' met andere mannen deden.
Als je even doorliep kwam je uit bij de Boerenwetering waar ik met m'n Friese doorlopers heel wat winters heb geschaatst. Bij flinke vorst -ik herinner me wel zo'n twintig graden onder nul- ging ik met mijn vader over de Amstel schaatsen. Kranten onder onze truien vanwege de barre kou.
In het 'De Mirandabad' heb ik de meest gruwelijke herinneringen aan de zwemles. Eerst het bekende 'droogzwemmen' en daarna spartelen aan de hengel. Het heeft jaren geduurd eer ik enigszins onbevreesd het water in durfde te stappen. Ik ben nog steeds geen waterrat en sport is al sowieso niet aan mij besteed.

Es van Essen - 3 mei 2009 - essenloog@hotmail.com

Mijn weblog >> www.essenloog.web-log.nl

Digitale gedenksteen
(bron: www.joodsmonument.nl)
ter nagedachtenis aan het g
ezin Engers Vechtstraat 45/1, Amsterdam.

Mozes Noach Engers »
Leiden, 11 mei 1866
Auschwitz, 1 oktober 1942
Gezinshoofd
Grietje Engers-van Veen »
Amsterdam, 20 februari 1876
Auschwitz, 1 oktober 1942
Echtgenote

Overzicht digitale gedenkstenen in de Rivierenbuurt

DILLEMMA'S

Mijn levenlang kom ik mezelf tegen als iemand die moeilijk kan kiezen. Dat gaat soms om levenskwesties maar ook vaak om trivialiteiten. De volgorde van het boodschappen doen, kan al lastig zijn. Poets ik eerst mijn tanden voor het slapen gaan of zal ik me vast uitkleden. Zal ik naar café Alfa, Beta of Omega gaan. Soms gooi ik kop of munt. Als munt gewonnen heeft, ga ik alsnog naar de verloren kop, als eerste.
Op vakanties is het te hopen dat er niet meer dan een, hooguit twee hotels op m’n lijstje staan. Als ik nummer een heb gezien, wil ik er van overtuigd zijn dat hotel twee niet beter is. Stel je zou iets moeten missen. Als er in het verschrikkelijkste geval nog hotel drie, vier, vijf, of zes zijn, kan dat ontaarden in een regelrechte ramp. Mijn medereizigers worden wel eens goed gek van mijn besluiteloosheid.
Zo ook het restaurantfenomeen. Tafel voor het raam, nee daar zitten te veel mensen in de buurt. Tafel rechts, nee de muziek te hard. Tafel links? eh...
Voor mij is het leven een groot dilemma. Ik denk dat het in m’n genen zit.
Ik herinner me dat mijn vader op een mooie zondagse dag kon zeggen: Kom moeder, kom kind, we gaan vandaag langs de Amstel fietsen.
Nadat alle banden waren opgepompt -de fiets gebruikten we destijds alleen om tochtjes te maken- en de tas achterop gegespt, konden we eindelijk vertrekken. In de ene helft van de fietstas zaten belegde boterhammen, thee en allerlei lekkers. De andere helft was bestemd voor mijn vaders schildersspullen: palet, tekenschrift, penselen, doek en verf. Schilderen was zijn grote hobby.
We woonden toen aan de rand van Amsterdam in Oud-Zuid. Voordat we de straat uit waren begon mijn vader al te brullen: rechts af.
Maar dat was toch niet richting Amstel? Nou ja, dan maar de polder in...
Na een half uur fietsen zei vader nu maar eens naar een schilderachtig plekje uit te kijken, van waaruit hij iets kon 'opzetten'.
Goed idee. Ik wilde allang lekker rollebollen in het gras en paardenbloemen, boterbloemen, madeliefjes en vergeet-mij-nietjes plukken.
Op zo’n moment kreeg vader een wonderlijk zoekende blik in zijn ogen en speurde iedere graspol tot de einder af.
Vader, daar bij die molen, wees ik enthousiast.
Nee, er staat geen treurwilg bij.
Vader, hier bij deze oude boerderij.
Nee, want de koeien staan niet mooi in verhouding tot dat huis daar. Slechte compositie bromde hij dan.
Gek werd ik ervan als kind. Als we aan het einde van de middag alweer de eerste huizen van de Zuidelijke Wandelweg in het vizier kregen, was de lol ervan af. Vader mokkend omdat hij geen plekje was tegengekomen vandaag en nog geen penseel op het doek had kunnen zetten op z’n kostbare zondagmiddag.
Gelukkig waren we weer thuis en kon ik nog even met mijn vriendjes op straat, zoals mijn moeder zaliger altijd zei, lekker rossen en reupen.

Es van Essen - 3 mei 2009 - essenloog@hotmail.com

Mijn weblog >> www.essenloog.web-log.nl

omhoog

Terug naar de vorige pagina <<