Tussen feestgedruis en verslagenheid
door Jacqueline
Wesselius*
In de
Rijnstraat was er één meneer die het wist, van ‘Apeldoorn’. Het
zal kwart voor twee zijn geweest. Zelf had ik nog niets gehoord
- niet getwitterd onderweg, geen radio mee, wie verwacht zoiets?
Vijf doden, vijf zwaargewonden en acht lichter gewonden – dat is
aan het einde van de avond de voorlopige balans. En de dader
ligt – bijna – op het kerkhof. Ook dat nog.
Maar in de Rijnstraat is – in elk geval tot een uur of twee – de
sfeer ontspannen. Is er iets minder oranje op straat dan een
jaar geleden? vraag ik me af. Is het allemaal wat minder
uitbundig? Op dat moment denk ik eerder aan ‘de crisis’ als
mogelijke oorzaak dan aan een drama zoals dat zich in Apeldoorn
afspeelt.
Het enige incident dat ik zelf meemaak, wordt veroorzaakt door
twee jongens die dreigend op me afkomen nadat ik een foto van
één van hun maten heb gemaakt (met zijn goedvinden). Toevallig
staan zij ook op de foto, op de achtergrond. ‘Weg die foto!’ Ik
word boos, probeer te onderhandelen, zeg dat ik in m’n recht sta
(‘Is dit de openbare weg of niet?’). Maar uit vrees dat ze m’n
camera vernielen, kies ik – laf – eieren voor m’n geld. God
hoort me brommen, dat wel, en Allah vast en zeker ook.
Voor de rest is het één en al vrolijkheid. Tot die meneer dat
vertelt, van Apeldoorn. Dan weet hij nog niet hóé erg het is.
‘Misschien één dode?’
Thuis, met radio, tv, internet, twitter, wordt de ernst van de
situatie zonneklaar. Rechtstreeks uitgezonden persconferentie in
Apeldoorn, interview met Cohen voor wie ‘het feest is
afgelopen’, maar die toch geen feestelijkheden wil verbieden,
dan de koningin, zeer geëmotioneerd, die haar afschuw over het
gebeurde uit.
Dan komt J. me halen om naar twee verjaardagen te gaan.
Onwerkelijk. Bij het Victorieplein gaat de vrijmarkt door of er
niets aan de hand is. Op de gezichten van de mensen geen spoor
van somberheid. Weten ze het nog niet?
Onze eerste jarige weet in elk geval nog van niets. Oja… haar
man hoorde op straat iemand iets zeggen over een auto, een
menigte. Dát was het dus… Snel de tv aan. AT5, herhaling van
bekende beelden, oud nieuws. We gaan door met de verjaardag. De
gasten die na ons komen weten het al, ja, vreselijk. Glaasje
wijn? Kopje thee? Appeltaart of slagroomtaart?
Op naar de volgende verjaardag. De zon schijnt nog, over de
Amstel daveren boten en bootjes, muziek schalt, nee, knettert,
dendert over het water. Hoezo mag muziek niet verder dan tien
meter hoorbaar zijn? Hoezo mag er niet gedronken worden aan
boord?
Langs de wal is de uitgelatenheid niet minder groot. Mensen
vragen de weg, richting CS, richting Amstelstation. Van
verslagenheid geen spoor.
Foto's: Jacqueline
Wesselius
Op ons
tweede feestje is ‘Apeldoorn’ wel het gesprek van de dag. Eén
genodigde heeft om die reden afgebeld, zegt de gastheer. Wij –
de gasten die wel zijn gekomen – laten ons de wijn en de taart
niettemin smaken. We zwalken heen en weer tussen ‘het onderwerp’
en een redelijke opgewektheid. Zou je anders niet meer jarig
mogen zijn op 30 april?
Buiten feesten de oranjefeesters nog immer, ook al zijn ze op
weg naar huis. Weer dat gevoel van onwerkelijkheid. Een beetje
bozig zijn we ook. Hoe kun je zo bot zijn? In de stad is ’t nog
erger, zegt een mevrouw op de tramhalte. Onwetendheid van de
feestvierders? Onverschilligheid?
Het is een Koninginnedag om nooit te vergeten. Helaas.
Jacqueline
Wesselius - 1 mei 2009
|