DE WONINGBOUW- EN
SPEELTUINVERENIGING AMSTERDAM ZUID
aan de
redactie Geheugen van Plan Zuid:
In vele geheugens van buurtbewoners is
hersenruimte gemaakt voor hun ouderlijke huis en
woonomgeving. Aan het begin van de 20e eeuw mogen we in onze
Rivierenbuurt (die toen nog niet bestond) een woningbouw
vereniging vanuit de gasfabriek verantwoordelijk stellen
voor vele herinneringen die nog altijd voortleven bij oma’s
en opa’s tot hun klein kinderen aan toe. Voor deze woonbouw
vereniging (Amsterdam Zuid) en de gelijknamige speeltuin
vereniging heb ik een aantal malen ter gelegenheid van een
zoveelste jubileum hun verleden aan het papier toevertrouwd.
Dit papier verdwijnt meestal na een aantal jaren bij het oud
papier en kan ik overnieuw beginnen. Wellicht is dit stukje
arbeidersemancipatie interessant genoeg om in het geheugen
op te slaan van het Geheugen van Plan Zuid, al waren de
Zuidse gasarbeiders het Plan Zuid van Berlage voor. Zo ja,
dan is hierbij een stukje geschiedenis van hoe het begon
daarbij waar nu dat verschrikkelijke gebouw, Rivierstaete,
staat.
Dick Neijssel - 17 november 2009
Wonen voor Gasarbeiders en spelen voor hun
kinderen
door Dick Neijssel
1901,
invoering van de eerste Woningwet,
“de Moeder van de wetgeving op het gebied van ruimtelijke
ordening en volkshuisvesting”.
Stadsuitbreiding bij aanvang van de 20e eeuw betekende
automatisch ook uitbreiding aan de behoefte van gas. De
Wester en de Ooster gasfabriek konden de vraag niet meer aan
met als gevolg een gemeente besluit tot bouw van een derde
gasfabriek, de Zuider gasfabriek .
De gasfabriek kwam er aan de Amstel in de Groot
Duivendrechtsepolder. In 1909 was de eerste gashouder gereed
en op 10 augustus 1913 kon de kraan open en het gas stromen
naar nieuwe aansluitingen, schoorvoetend ook naar
volkswijken.
Een fabriek heeft personeel nodig en personeel wil bij
voorkeur een dak boven hun hoofd niet te ver van het werk.
Van de twee duizend gas arbeiders in Amsterdam verkregen 400
werklieden hun werk bij deze moderne fabriek met een
stokerij voorzien van 6 ovens.
De
gasarbeiders woonden veelal in de Spaarndammer,
Staatslieden, Dapper en Oosterparkbuurt oftewel in de
buurten van hun werkgevers de Wester en Ooster gasfabriek.
De gaswerkers maakten veelal gebruik van de erfenis uit de
19e eeuw, de door Domela Nieuwenhuis ingezette arbeiders
emancipatie. Een grote sociale bewogenheid had zich bij de
arbeiders van de Zuidergasfabriek ingenesteld. In
meerderheid was het socialistische en communistische
gedachten goed die hun doen en laten bepaalden. Bijna
vanzelfsprekend waren zij verenigd in syndicalistische
vakbewegingen die de woon – werk problemen met aanvaardbare
reistijden hoog in het vaandel hadden. Het was dan ook geen
verrassing en logisch gevolg dat er voorstellen werden
gedaan een woningbouw vereniging op te richten met de
Woningwet in de hand.
De directie van de Gasfabriek ondersteunde deze initiatieven
met het idee een tuindorp te stichten naast de fabriek. Dit
ging de gaswerkers echter te ver, wonen zo onder het oog van
de baas.
Op
nieuwjaarsdag 1911 kwamen Zuidse gaslieden, de heren
J.Broerse, J.Horsman, H.Hennericht, J.Schouten en B.Wielega
(juist bevorderd tot klerk 1e klasse) bijeen om zich te
beraden tot hoever de mogelijkheden reikten om een
woningbouw vereniging op te richten. Elf dagen later was de
woningbouwvereniging Amsterdam Zuid een feit.
Een ieder die bij de Zuidergas fabriek werkte kon lid
worden. Veertien leden telde het bestuur van overwegend
werkmensen. Zo snel mogelijk moest de aanvang gemaakt worden
met het bouwen van arbeiderswoningen. Een tuindorp ging de
begroting ver te boven, op 4 maart 1912 werd strookbouw
besproken voor 88 woningen in de Trompstraat. (in 1922 werd
de Trompstraat, de Trompenburgstraat verwijzend naar de
buitenplaats van admiraal Cornelis Tromp op de plek waar nu
de Rivierstaete zich bevindt)
Op 11 februari 1914 vond een zeer versoberde aanbesteding
plaats. Aannemer Mouw te Hilversum werd het werk voor ƒ
200.000,= gegund. Zeer scherp toezicht door architect
en bestuur was noodzakelijk tijdens de bouw want aannemer
Mouw nam het bestek niet altijd even serieus. De
bouwwerkzaamheden waren in volle gang toen de 1e wereld
oorlog uitbrak en het bijna gehele bestuur werd
gemobiliseerd. Voorzitter Nijmeijer moest de voorzitter
hamer tijdelijk uit handen geven doordat vrijwel het hele
bestuur bij de mobilisatie betrokken was en hij als
leidinggevende bij de gasfabriek al zijn tijd in ‘gas’zag
opgaan. Tjerk Klaren, locomotief machinist bij de fabriek,
en zoon van de oprichter van het speeltuinwerk in Nederland,
U.J. Klaren,
werd tijdelijk voorzitter met aan zijn zijde de heer B.de
Jong, als secretaris. De oorlog veroorzaakte een tekort aan
bouw materialen en prijsstijgingen waren het gevolg. Opnieuw
werden bezuinigingen aan de orde gesteld. Ondanks al deze
problemen waren, ruim 4 jaren na de oprichting, op 7 maart
1915 de woningen gereed ter bezichtiging.
Het architectenbureau Gulden & Geldmaker ontving de meest
mogelijke lof voor deze verwezenlijking van een
arbeidersdroom, ruim en licht wonen met een waterspoeling
(wc)
in mei
1915 betrokken de eerste bewoners de Trompenburgstraat
Een
volgend probleem presenteerde zich onmiddellijk bij de
eerste huurbetalingen.
De huur kosten waren gemiddeld ƒ 4,=
per week . De woningen op de begane grond ƒ.4,=
en op de 3e etage ƒ 3,30 per week. De
lonen waren echter niet hoger dan ƒ
16,= / ƒ 17,=
gulden per week hetgeen betekende dat ¼ van het inkomen
opging aan de huur.
De arbeiders woonden veelal op een ½ woning voor een huur
van ƒ 1,25 tot ƒ
2,50 per week. Voor de ‘Zuidse’ gaswerkers bleken de
huren te hoog om vrouw en kinderen nog fatsoenlijk te kunnen
voeden en kleden. Na een actie van de vakbond organisaties
verkregen de werknemers een toeslag van 50 cent ter
compensatie. Desondanks bleven er enige woningen
onbereikbaar voor de eenvoudige gas werkman en werd
toegekeken hoe ook niet gasmannen met hun gezinnen deze
nieuwe huizen gingen bewonen.
Alvorens
de Trompenburgstraat opgeleverd en verhuurd was, verkreeg
het bestuur toestemming tot de bouw van een 2e woonblok en
wel in de Spaarndammerbuurt.
Alweer was het een gasfabriek die hieraan debet was. Het
waren de leden van de woningbouwvereniging Amsterdam Zuid
werkzaam aan de Westergasfabriek die het voorbeeld van hun
Zuidse collega’s gaarne wilden volgen.
Tussen 1917-1921 kwamen hier 202 woningen gereed.
Met het
gemeentebestuur en de woningdienst waren inmiddels zeer
goede contacten opgebouwd. Opnieuw werd de woningbouw in
zuid grond ter beschikking gesteld en de architecten Gulden
en Geldmaker konden zich uitleven op 275 woningen tussen de
Lutmastraat en Jozef Israëlskade. Op 21 november 1920 kon
met dit project aangevangen worden om in 1922 het woonklaar
op te leveren.
Deze
bouw was ook de basis voor de oprichting van de speeltuin
vereniging Amsterdam Zuid aan het einde van de
Trompenburgstraat. Bij de bouwers van het Lutma project, de
Federatie van Samenwerkende Groepen Bouwvakkers onderleiding
van een bestuurder van de Bouwarbeidersbond, dhr. Drewes
werd bedwongen dat de directie en schaftkeet het clubhuis
van de in 1921 opgerichte speeltuin Amsterdam Zuid zou
worden.
De
gasmannen Tjerk Klaren, zoon van genoemde speeltuin nestor
UJ Klaren (oprichter in 1900 van de eerste speeltuin in
Nederland, de Oosterspeeltuin aan de Tsaar Peterstraat) en
buurman en munt opnemer Henk Lucassen namen het initiatief
voor de eerste welzijn voorziening in de nieuwe buurt. (Plan
Zuid). Het was Tjerk ’s idee om een naschoolse voorziening
voor kinderen te stichten en het was de latere ere
voorzitter van zowel de woningbouw als de
speeltuinvereniging Henk Lucassen die de speeltuinplannen
tot een werkelijkheid bracht. Al heel gauw na de oplevering
van de Trompstraat in 1915 werden de zolders gebruikt voor
zgn. naschoolse activiteiten, meestal creatief werk zoals
pitrieten manden maken voor de meisjes en figuurzagen
waarbij de jongens hun eigen houten speelgoed bedachten.
|
|
Henk
Lucassen was naast zijn officiële functie als
muntmeteropnemer ook voorzitter der Commissie voor
Maatschappelijk Werk in het bouwblok Trompenburg. Het is dan
ook niet zo vreemd dat deze collega’s en sociaal bewogen
buurmannen, Tjerk woonde in de Trompstraat 85”en Henk in het
benedenhuis op 93, driftig de plannen voor de jeugd op de
agenda van de woningbouwvereniging lieten zetten.
Vrijwel de hele woningbouw commissie voor Maatschappelijk
werk verdween na 1 juni 1921 in de speeltuin vereniging met
dezelfde naam, Amsterdam Zuid.
Als dan in 1923 door de Zuidergasfabriek werkers met steun
van de woningbouwvereniging en de gasfabriekdirectie de
‘Lutmastraat’ keet per lorrie en per platbodem naar een
gekregen stuk weiland aan het einde van de Trompstraat (nu
Gaaspstraat) wordt vervoerd is dat het begin van een
kinderoase in een nieuwe arbeiderswijk.
In
het speeltuinblad van de Bond van Amsterdamse Speeltuinen
verscheen een trots artikel.
Het
had gevroren en een dikke laag sneeuw bedekte de grond. Na
twee dagen en een nacht stond het 21 ton zware gebouw op
trucks en op smalspoor. Het nodige materiaal, tot
dekschuiten aan toe, was door de Amsterdam Zuid werkers
‘opgeschooid’. Door niet minder dan een 30 tal mannen werd
gedurende vijf dagen en nachten bij vriezend weer aan het
transport gewerkt. Gesterkt door het medeleven van hun
vrouwen die ’s nachts om een uur of één – gewapend met een
ketel koffie en boterhammen – een wandeling van een half uur
maakten, klaarden deze kerels het karwei.
Op 20
oktober 1923 werd het clubhuis officieel geopend door
wethouder Ed Polak van Onderwijs.
De
gasarbeiders en bewoners van het eerste woonblok van de
woningbouw Amsterdam Zuid zijn na de voltooiing van hun
speeltuin nog niet klaar, zij hebben nu werk, wonen
fatsoenlijk, hebben een speelvoorziening met clubhuis voor
de kinderen maar hoe zit het met de vakantie, hebben hun
kinderen geen recht op frisse lucht en in de bossen te
kunnen ravotten?Het oog valt op alweer een bouwkeet. Via
ingenieur Arie Keppler van de Gemeentelijke Woningdienst
kunnen de mensen van Zuid een keet in Tuindorp Oostzaan voor
750 gulden kopen. Wel zelf uit elkaar halen en laten
vervoeren naar een stukje aangekochte grond in het
Valkeveense ’t Gooi. Ook toen waren projectontwikkelaars
actief. Op het moment dat deze woekeraars er lucht van
kregen dat de speeltuinen mensen interesse hadden in een
stukje vakantie grond voor hun kinderen steeg de kostprijs
van 35 cent per m2 naar 1 gulden 75 cent per m2. Toch maar
kopen met geleend geld, de woningbouwbestuurders wisten hoe
dat moest. De keet werd door ‘eigen’vaklui opgebouwd en op
11 juli 1925 knipte wethouder Smits van de gemeente Naarden
het lint door. Negentien trotse kinderen van gasarbeiders en
woningbouwleden hadden voor het eerst in hun leven een echte
vakantie buiten Amsterdam.
Naarden
11 juli 1925 opening Vacantiehuis
Amsterdam Zuid door wethouder J.Smits
Hiermede
volbrachten de Zuider Gasfabriek arbeiders een trio aan
voorzieningen voor de gezinnen in de directe omgeving.
Zowel de speeltuin als het vakantiehuis zijn nog altijd een
dankbare erfenis van -en een herinnering aan die Werkmensen
met hun hart voor eigen en buurman’s kinderen.
Wetenswaardigheden oftewel gewoon leuk om te weten
-
1e
wijziging van de statuten in 1915. (dit om verhuur aan
niet gasarbeiders mogelijk te maken)
“leden der vereeniging kunnen worden personen, bekwaam
tot het aangaan van overeenkomsten en te Amsterdam
woonachtig, die behoren tot de arbeidende klasse of met
deze naar het oordeel van het bestuur zijn gelijk te
stellen”. Entreegeld was bij toetreding ƒ 1,50 om
vervolgens wekelijks een dubbeltje afdracht te doen tot
het aandeel van vijfentwintig gulden was voldaan.
-
Na
oorlog’s Woningbezit
1940-1945 1204 /4500 leden
1961 3150/6400 leden
1986 7000 / 18 500 leden
-
Locomotief machinist – rangeerder Tjerk Klaren nam in de
jaren ’20 ontslag bij de Gemeente, hij bleef de speeltuin
en het vakantiehuis Amsterdam Zuid tot in de jaren vijftig
trouw.
-
Munt
en meteropnemer Henk Lucassen, later informateur, bleef
tot april 1940 in dienst van het Gasbedrijf naast zijn
lidmaatschap van het bestuur van de woningbouw vereniging.
Hij schreef aan de directeur der Gemeentegasfabriek het
volgende;
“Het zal niet iederen ambtenaar, die zij leven sleet
aan de Gemeente Gasfabrieken, gegeven zijn zich bij den
gewijzigden toestand aan te passen, om welke reden ik nu
reeds verklaar mij tegen een opwachtgeldstelling niet te
zullen verzetten”.
In de oorlog kwam Henk Lucassen in het concentratiekamp
Vught terecht, gezien zijn socialistische achtergrond niet
verwonderlijk was. Na de oorlog wordt hij de grote voorman
en ere voorzitter van de woningbouw vereniging Amsterdam
Zuid en is nauw betrokken bij nieuwbouwprojecten in
tuinsteden als Slotermeer. Zijn vrijwilligerswerk, de
speeltuin en het vakantiehuis blijven eveneens zijn liefde
houden, ook hier ontvangt hij de titel van ere voorzitter.
Hij overleed op 7 oktober 1968.
-
De
arbeiders van de Zuidergasfabriek waren tevens
verantwoordelijk voor de oprichting van de Coöperatieve
Vereniging voor lijkbezorging. Aanleiding hiervoor was de
armoedige begrafenis van één van de oprichters en
penningmeester van de woningbouw dhr. J. Horsman. Na de
ter aarde bestelling werd dit besproken op het
fabrieksterrein door de collega’s. Technisch opzichter
dhr.E.Hofstede stelde voor om begrafenissen met meer
piëteit en tegen een lagere prijs te doen plaats vinden.
Samen met de opzichters J.Koot en J.Nijmeijer, tevens
voorzitter van de woningbouwvereniging Amsterdam Zuid,
bereidde hij de oprichting voor van een coöperatieve
vereniging waarvoor de jaarcontributie niet meer dan 50
cent per jaar zou zijn. In het overzicht 1931-1971 van
journalist Evert Werkman bij het 40 jarig bestaan van deze
vereniging is het navolgende opgenomen;
Notulen oprichtingsvergadering in Krasnapolsky op 10 maart
1931;
Als voorzitter voor deze vergadering treedt op de heer
EJ.Hofstede terwijl het secretariaat wordt waargenomen
door de heer J.Nijmeijer. De voorzitter opent om 20.15 uur
de vergadering en deelt mede dat de derde initiatiefnemer
van de stichtingsvergadering, de heer Jac.Koot ten gevolge
van ongesteldheid niet aanwezig kan zijn. De voorzitter
zet verder uiteen dat men op de gedachte is gekomen om
deze vereeniging te stichten ten gevolge van de
ongemotiveerde hooge kosten die berekend werden voor de
begrafenis van het stoffelijk overschot van een overleden
vriend van de Heer Nijmeijer en daarmee is U, aldus de
voorzitter, het doel reeds bekend, namelijk prijsregelend
optreden bij begraven.
Alle 85 aanwezigen geven zich als lid op, op 27 mei 1931
is al een tweede vergadering in Krasnapolsky waar de het
definitieve bestuur wordt gekozen en de naam wordt
vastgesteld. Jarenlang was de vereniging bekend als de
Coöperatie, gevestigd in de PC Hooftstraat.
De werkmannen van de Zuidergasfabriek stonden voor;
WERK-WONEN-SPELEN-VAKANTIE en zorgeloos DOOD GAAN.
Uit het jubileumnummer de Speeltuin
Vuist mei 1996 75 jaren speeltuinwerk
Artikel
de speeltuin Vuist, februari 1997 “Moeder Overleden”, door
Dick Neijssel.
de directeuren, Ruud van Os,
Amsterdam Zuid en Henk
Wijnans, de Dageraad
Woningbouwvereniging
Amsterdam Zuid ging op in fusie’s,
Het kindervakantiehuis Amsterdam Zuid ging op eigen kracht
verder.
Woningbouwvereniging Amsterdam Zuid werkneemster Henny
Neijssel Kerkvliet beheert al decennia met haar echtgenoot
deze Amsterdam Zuid telg en is voornemens na haar VUT in
december 2010 dit gasarbeiders initiatief trouw te blijven.
op de foto, geheel links Henny
Neijssel naast haar dochter Vicky
|