" STADSWALLEN OPGEVRETEN DOOR HET GELD " door Lodewijk Brunt en Kees Tamboer . . . .

Terug naar de vorige pagina <<

 

 

 

STADSWALLEN OPGEVRETEN DOOR HET GELD
LODEWIJK BRUNT EN KEES TAMBOER

In de jaren dertig werd, met een wijde boog om de stad heen, de Ringspoordijk gebouwd. Hij werd een geliefd wandel- en speelgebied. Nu ligt de dijk midden in de stad en rijden er treinen over. Een safari in drie delen. Vandaag: Ringspoordijk Zuid.

Bij Zorgvlied zit een knik in de Amstel. Daar wordt de rivier overbrugd door een gigantisch bouwwerk: de Rozenoordbrug. Eigenlijk drie bruggen: twee voor de A10 Zuid, er tussenin een spoorbrug. Tussen de brug en de begraafplaats is een historisch hoekje. Vroeger was er een rozenkwekerij. In de laatste maanden van de oorlog werden daar meer dan honderd mannen gefusilleerd. Nu staat er een vlaggenmast in een rond perkje, waarin iemand ligt te slapen in een slaapzak.

Hier begint de Ringspoordijk Zuid. Niet eens zo lang geleden, tot in de jaren zestig, een populair wandelgebied: de Stadswallen. Langs de dijk loopt het Rozenoordpad, voor fietsers en voetgangers. Je kijkt neer op de mooie bomen van Zorgvlied. Hier en daar staan stenen blokken met houten zittingen. ’t Is hier goed mediteren, met je rug naar het snelverkeer. Jammer dat de bankjes zo verwaarloosd worden. Ze zijn scheefgezakt en half overwoekerd.

In een stad duurt een idylle niet lang. Meteen achter Zorgvlied wordt gesloopt, gegraven en gebouwd. Daar ergens komt het nieuwe theater van Joop van der Ende, aan de Europaboulevard. Aan de andere kant is station RAI, waar het echt druk is. Alles komt hier samen: treinen, metro, bussen, trams, sneltrams, auto’s, fietsers en voetgangers.
 
Vorige week belandden we in de naargeestige spelonk van metrostation Venserpolder. Station RAI is nauwelijks anders opgezet: betonnen bakken op pijlers. Maar hier is het licht en schoon. De pilaren zijn bekleed met kleurrijke reclame, niet beklad. Bij station Venserpolder zie je geen fiets, hier staan ze bij duizenden, redelijk netjes in gelid. Hier groeit geen onkruid, hier zijn de wanden niet uitgeslagen. Dit is Buitenveldert.
 
We gaan verder via de Groenzoom, het fietspad langs de hallen van de RAI, naar het Beatrixpark. Bovenop de dijk staan houten schuttingen langs de snelweg, waar soms grote gaten in zitten. Raar, nieuwsgierige kinderen kunnen zó de A10 op. Honden ook.
 
Mooi park, beetje sjiek, meer een tuin. Langs de Ringspoordijk zie je vaak stukjes niemandsland, waar in het wilde weg van alles groeit. Hier is de dijkhelling bij het park getrokken. Ook deze idylle is snel voorbij. Boven de bomen rijzen de kantoren van de Zuidas op. Die van Kempen & Co het eerst, met een onbenullig zonnetje op de ongenaakbare gevel. Een stukje New York in Amsterdam.
 
In Amsterdam, Diemen en Zuidoost is de oude Ringspoordijk nog altijd prominent aanwezig. Je ziet hem van ver, er wordt gewandeld, hij heeft volks- en schooltuintjes aan zijn voeten. Maar de dijk die Buitenveldert en de Rivierenbuurt scheidt, lijkt verdwenen. Tussen de hoge torens, massieve blokken en gigantische bouwkranen van de Zuidas, verschrompelt de dijk. Ze willen hem het liefst helemaal afgraven en de snelwegen en spoorlijnen onder de grond wegwerken. Op de eerste etage van het World Trade Center aan het Zuidplein kun je het bekijken op een maquette.
 
Vanaf het Zuidplein moeten we omrijden: via de Stravinskylaan naar de Parnassusweg, om het witbetegelde gerechtsgebouw heen, naar de Fred Roeskestraat. Daar is weer een zijweggetje richting spoordijk. Onduidelijk gebied, met een vestiging van De Bascule, centrum voor jeugdpsychiatrie. Niemand te bekennen. Kale sportvelden van de British School of Amsterdam. Achter een hoog hek draait de archiefvernietiger van de rechtbank op volle toeren.
 
Iets verderop, tegenover de Tweede Openluchtschool voor het Gezonde Kind, ligt de roomskatholieke begraafplaats Buitenveldert, omsloten door een slotgracht. Een wegwijzer bij de ingang: rode vakken 1e klas, groene vakken 2e klas, gele vakken 3e klas. Paarse vakken zijn algemene graven. Verder zijn er nog kindergraven en priestergraven. In het midden, met zijn rug tegen de dijk, staat een triomfantelijke Jezus, als een voetballer die net heeft gescoord. Drie theelichtjes aan zijn voeten en een bakje uitgebloeide geraniums. Achter zijn rug woekeren tegen de dijkhelling bramen waar je niet bij kunt.

Bij de hoek van de Amstelveenseweg begint de kantorenwereld weer. Een aparte vermelding verdient een blinde gevel zoals we die in Amsterdam nog niet zijn tegengekomen. Hoog, grijs, vierkant, bekleed met pokdalige tegels – een soort verpakkingsmateriaal. To put abstraction in concrete and concrete into abstraction, lezen we. Het is het Sandberg Instituut van de Gerrit Rietveld Academie. Arme museumdirecteur, om zó in de geschiedenis voort te leven.

Aan de andere kant van de Amstelveenseweg, achter het kantorencomplex Tripolis en het voormalige burgerweeshuis van Aldo van Eyck, wordt hard gewerkt aan Park Schinkeleilanden. Hier komen, staat op een groot bord, een Tenniseiland, Voetbaleiland, Parkeiland en Natuureiland.

Dwars door dit gebied heen liggen nog de roestende rails van het oude spoorlijntje tussen het Haarlemmermeerstation en Amstelveen en wat rommelige landjes en tuintjes ter grootte van een huiskamer. Het staartstuk van de oude Stadswallen rijst weer in volle glorie op. Met twee viaducten – voor het treintje en voor een fietspad langs de Schinkel. De doorgang voor het treintje is doodziek. Alles is smerig, roest weg of staat op instorten. Maar de bramen zijn er zoet als honing. Pal achter de kont van ING House, het insect dat de Zuidas bespringt.

E-mail: stadswachten@parool.nl

Uit Het Parool van 03 november 2006 en alhier geplaatst met de vriendelijke toestemming van de auteurs Kees Tamboer en Lodewijk Brunt.

 

 

Terug naar de vorige pagina <<