ONDERDUIKPLEKKEN IN
DE RIVIERENBUURT
Onlangs kreeg ik van mijn
vriend en oud-Rivierenbuurtbewoner Peter Kalkman, een artikel
uit het Amsterdams Stadsblad van 13 november 1996. Het betreft
het relaas van de ontdekking van een schuilplaats van
onderduikers in een woning
aan de Maasstraat. Betrokkene keek wel heel vreemd op toen ze
deze ontdekking in haar woning deed. Zij stelde hierna het RIOD
(thans NIOD) in kennis die haar in contact bracht met het
Verzetsmuseum.
Ook in mijn ouderlijk huis aan de Roerstraat ontdekte ik eind
zestiger jaren een dergelijke schuilplaats. Toen ik tiener werd
mocht ik het zolderkamertje gaan bewonen op de vierde
verdieping. Al eerder had ik daar gezien dat er in het plafond een
dicht geverfd luik bevestigd was, maar mocht dat van mijn ouders
niet openen. Daar had ik immers niets te zoeken. Maar toen ik wat ouder
werd en het een en ander gehoord had over schuilplekken uit de
oorlog, kon ik mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen. Samen
met m'n vriendin en huidige echtgenote hebben we het luik
verwijderd en via het mansgat zijn we de muffe vliering
op gekropen. Een vloer was er niet en we moesten over de battings
kruipen, ervoor wakend dat we niet door het plafond zou vallen.
De ruimte boven mijn kamertje bleek leeg te zijn. Maar er bevond
zich achter een muurtje, ter hoogte van de overloop, nog een
ruimte. Ballancerend over de battings troffen we daar een
redelijke ruime schuilplaats aan. Er stond en grotendeels
gesloopte radio/zender, een enorme bus met Norit en een
paar grote pantoffels. Voorts troffen we enkele zakjes van
winkels uit de buurt aan waar vermoedelijk etenswaar in had
gezeten.
Uiteindelijk heb ik niets van deze spullen bewaard omdat ik daar
toen het nut niet van inzag. Maar mijn nieuwsgierigheid was wel
bevredigd.
Ik weet dat er ook bij buren bij ons in de straat dergelijke
schuilplaatsen gevonden zijn. Wel ben ik benieuwd of er de
afgelopen jaren nog van dit soort ontdekkingen gedaan zijn of
nog steeds gedaan worden.
Heeft u wel eens een
schuilplaats in uw woning in de Rivierenbuurt ontdekt, en wilt u
ons daarover iets vertellen? Mail dan naar:
info@zuidelijkewandelweg.nl
JW

Een
in 1996 door Carolien van den Handel ontdekte schuilplaats op
twee hoog in de Maasstraat.
foto: NIOD
REACTIES:
Het huisnummer
in de Maasstraat waar bij ons de onderduikers zaten was 162.
Door een gat in de kast op de zolderkamer die elke avond
leeggehaald moest, de jongens er in, die dan de bovenkant van de
kast weer op moesten halen, en mijn vader de kast weer in moest
ruimen.
Nel Sonepouse
Lees verder in mijn bijdrage aan
deze website >>
Wij woonden in de Waverstraat met ook van die schuifdeuren. Mijn ouders woonden in
de Karel du Jardinstraat, wel in de buurt maar geen
rivierenbuurt, gewoon oud Zuid. Zij hadden op die plek de radio
verstopt. Ik ga het boek absoluut kopen.
Tini
Hermans-Boelens
hermansveenendaal(ad)wanadoo.nl
Wij woonden in de
David Blesstraat op nummer 26 1 hoog, wij kwamen hier wonen
nadat we in de Waalstraat op 4 1 hoog hadden gewoond. De David
Blesstraat ligt naast de Jozef Israelkade. Het is net niet de
Rivierenbuurt maar grenst er wel aan.
In het eerste kamertje rechts in de gang de eerste kast was een
luik in de vloer, hierlangs kwam je in een tussen ruimte in de
muren. Er was een versteviging aangebracht op de bodem van deze
ruimte. Wij hadden een gast in huis “oom Fred” moesten wij hem
noemen. In werkelijkheid heette hij Dagobert en was natuurlijk
van joodse afkomst, hij heeft regelmatig van deze ruimte gebruik
gemaakt en heeft de oorlog overleefd mede dankzij deze kast. Ik
weet wel dat er verscheidende keren huiszoeking is geweest maar
de bergruimte is nooit ontdekt. Het warme bed wat daar stond in
die kamer werd verklaard door mijn moeder dat zij ziek was en
niet naast haar man kon slapen.
Bij mijn grootouders, die op het Henriette Ronnerplein woonde,
nummer weet ik niet meer maar het was op twee hoog, was zo’n
zelfde kast gemaakt en hierin verstopte zich “Tante Annie” ook
zij heeft het einde van de oorlog meegemaakt.
M.F.N. (Nico)
Rugenbrink
n.rugenbrink@hetnet.nl
LITERATUUR
Nooit meer naar huis
Mijn ontsnapping uit de
Hollandsche Schouwburg
John Blom
Op twaalfjarige leeftijd wordt John Blom met
zijn vader gevangen genomen door de
Duitsers. In de Hollandsche Schouwburg wachten
zij hun deportatie af. Zijn vader instrueert John te
vluchten als de kinderen de weg
oversteken naar het kinderdagverblijf tegenover de
Hollandsche Schouwburg. Hij knijpt er tussenuit en
duikt onder. Hij zal zijn vader,
moeder en oudere broer nooit meer terug zien.
Nooit meer naar huis is het relaas van een ontheemde jongen
die snel volwassen moet worden. John
Blom sluit niet af met de bevrijding,
want de emotionele schade van de genocide en de moord op
zijn voltallige familie laat diepe
sporen na in het kwetsbare bestaan van
John. Het duurt bijna zijn gehele leven om in het
reine te komen met
de leegte die massale Jodenmoord heeft aangericht.
'Ik was me bewust geworden van twee werelden waarin ik
leefde: die van thuis vroeger en die van na de oorlog, maar
tussen beide werelden wist ik geen verband te leggen.
Gevoelsmatig gaapte er een onoverbrugbare kloof tussen.' |
 |
Verschijnt: januari 2008
Boekverzorging: Quasi Grafische
Producties, Bilthoven
Gebonden, 121 blz.
Formaat: 15 x 23 cm
ISBN: 978-90-74274-13-5
Prijs: € 12,50

|