<< terug
 

Razzia's en andere anti-Joodse maatregelen in Amsterdam-Zuid / Rivierenbuurt

"DE RIVIERENBUURT IS EEN DECOR WAARIN ZICH EEN TRAGEDIE HEEFT AFGESPEELD"

 

Deze pagina dragen wij op
ter nagedachtenis aan
13.000 vermoorde Rivierenbuurtbewoners

Jos Wiersema - Paul Gellings

Deze pagina geeft u een chronologisch beeld van de razzia's en andere anti-Joodse maatregelen in de Rivierenbuurt. Voorts leest u citaten, uit ingezonden bijdragen van mensen die lijfelijk getuige waren van deze gebeurtenissen en andere bronnen.

Lees ook: Plan Zuid en de Joodse gemeenschap

Inleidende fragmenten uit: Herinnering aan Joods Nederland"

Snelmenu of scroll de pagina naar beneden.

1933-1940 6 mei 1941 6-9 augustus 1942
10 mei 1940 1 september 1941 2-3 oktober 1942
14 september 1940 15 september 1941 26 mei 1943
10 januari 1941 26 oktober 1941 20 juni 1943
12 februari 1941 3 november 1941 29 september 1943
19 februari 1941 10 januari 1942 december 1943
22-23 februari 1941 17 januari 1942 1 februari 1944
25-27 februari 1941 2 mei 1942 4 augustus 1944
april 1941 6 juli 1942 1945+
11 april 1941 11-16 juli 1942  

In de jaren dertig waren veel Duitse joden naar Nederland gevlucht om aan het Nazi-bewind te ontkomen. Onder hen bevond zich ook Anne Frank en haar familie, die zich vestigden in een woning aan het Merwedeplein 37/2,

De regering wilde alleen diegenen toelaten die in levensgevaar verkeerden. In overleg met het Comitee voor Bijzondere Joodsche Belangen werd in 1933 bepaald dat de vluchtelingen de Nederlandse staat geen geld mochten kosten.
De staat wilde alleen gevluchte joden die de economie konden stimuleren.

Voor de opvang van vluchtelingen werd het door de Joodse gemeenschap gefinancierde kamp Westerbork gebouwd. De Nederlandse joden moesten zelf voor hun geloofsgenoten zorgen.

(1) In Nederland groeit de aanhang van de nationaal-socialistische beweging. De NSB wordt steeds sterker. Na de Kristalnacht in Duitsland reageert de NSB met vechtpartijen en het ingooien van ruiten.

Foto: Jos Wiersema
zicht op het Merwedeplein vanuit
de woning van Anne Frank
aan het Merwedeplein 37/2

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1939 richt de NSB haar campgane tegen de Duitse joden. Hun leider Mussert, noemt hen 'volksvreemde elementen die niet in Nederland thuis horen'.
Op woensdag 24 mei 1939 vallen 20 NSB'ers de ijssalon Koco aan de Rijnstraat binnen en molesteren de bezoekers. Enkele NSB'ers worden door de politie vastgehouden en later worden enkelen van hen veroordeeld tot 6 tot 8 maanden gevangenisstraf. Vreemd genoeg worden de vergunningen, om in de late avonduren geopend te zijn, van beide eigenaren,
Cahn en Kohn, ingetrokken.


Bron: Historische kranten in beeld

omhoog

Bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog telde Amsterdam tachtigduizend joden. Zij waren voornamelijk over de volgende drie buurten verspreid: Nieuwmarktbuurt; Transvaalbuurt; Rivierenbuurt.
Op 10 mei 1940 vielen Duitse legers Nederland binnen. In de Rivierenbuurt kan men de bommen zien vallen op Schiphol. Vluchtelingen uit Duitsland en joden uit de buurt raken vertwijfeld. Zeker 42 mensen uit de Rivierenbuurt maken die dagen een eind aan hun leven.
Op 15 mei trekken Duitse troepen via de Berlagebrug Amsterdam binnen.

Citaat van inzender G.J. Peeters

Die ochtend word ik heel vroeg wakker door het lawaai veroorzaakt door het neersmijten van planken en al wat niet meer nodig was en opgeruimd moest worden. Op het land achter ons huis was een blok huizen gebouwd, dat was ons speelterrein en het uitzicht op de Amstel had ontnomen, en wat nu met zoveel lawaai werd opgeschoond, althans dat waren toen mijn eerste gedachten.
Totdat ik de stem van mijn vader op de veranda hoorde, die tegen de buurman zei:” Of het is een Engelse raid op Duitsland, of een Duitse raid op Engeland”.
Zo zei hij het letterlijk, nog niet vermoedend dat het luchtafweergeschut was dat op Duitse vliegtuigen schoot.
Wij waren immers neutraal! Ik vloog mijn bed uit. De radio distributie werd aangezet en daar klonk het: ”Bericht luchtwachtdienst, bericht luchtwachtdienst, Duitse parachutisten geland bij Dordrecht”.
“Het is oorlog” zei mijn vader.

u kunt dit verhaal verder lezen >>


16 mei 1940 - Berlagebrug
Foto geplaatst met toestemming van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie

Joden geweerd van markten in Amsterdam.

omhoog

Aanmeldingsplicht voor personen van geheel of gedeeltelijk joodschen bloede.
In januari 1941 vaardigde Rijkscommissaris Seyss-Inquart een verordening uit waarin werd bepaald dat ‘degene die geheel of gedeeltelijk van Joodschen bloede zijn en hun verblijf hebben in het bezette Nederlandsche gebied" zich moesten aanmelden. Dit betekende dat iedereen met tenminste één joodse voorouder zich moest vervoegen bij de Joodschen Raad. Als men zich had aangemeld, werd een zogenaamd ‘Bewijs van Aanmelding’ verstrekt.

bron: collectie van S.Loman
bron: collectie van Saskia Loman

omhoog

(7) Vorming van de Joodschen Raad voor Amsterdam.

Op bevel van de Duitse bezetter opgezette joodse organisatie die de joodse gemeenschap moest besturen. Via de Joodschen Raad, die op 12 februari 1941 werd opgericht als Joodschen Raad voor Amsterdam maar al snel de bevoegdheid kreeg over heel Nederland, gaf de bezetter bevelen door aan de joodse gemeenschap en haar leiders. De Joodschen Raad werd zo het doorgeefluik van de anti-joodse maatregelen.

bron: collectie van S.Loman
bron: collectie van Saskia Loman

omhoog

IJssalon Koco
De Grüne Polizei deed een inval in IJssalon Koco in de Van Woustraat in Amsterdam. Ernst Cahn en Alfred Kohn, twee joden die Duitsland waren ontvlucht, dreven deze ijssalon die door joodse knokploegen als uitvalsbasis werd gebruikt. Tijdens die inval richtte een van de eigenaren een fles ammoniakgas op de indringers. De Grüne Polizei begon te schieten, bestormde de winkel en pakte later op de avond de ontsnapte eigenaren op. Kohn stierf na deportatie, Cahn werd op 3 maart 1941 geëxecuteerd. Lees meer over Koco >>

Bron: www.joodsmonument.nl

omhoog

De eerste razzia's.
Op 22 en 23 februari 1941 vond in Amsterdam de eerste grote razzia plaats. Deze razzia was een vergeldingsmaatregel voor ongeregeldheden in de Jodenbuurt waarbij een W.A.-man dodelijk werd gewond en een vechtpartij bij een joodse ijssalon in de van Woustraat, waar een inval van een Duitse patrouille was afgeslagen. 425 Jonge joodse mannen werden opgepakt en naar kamp Schoorl afgevoerd.
Bron: auschwitz.nl

25 februari 1941 - dag van Amsterdam

Wat men uit dezen bitt'ren tijd
Aan uur en dag vergeten mag;
Nooit deze onvolprezen dag.
Toen 't volk, dreiging en dood ten spijt,
Terwille der gerechtigheid,
Opstond voor 't volk dat onderlag.


(vermoedelijk van Mr Sem Davids)


Bron: www.februaristaking.nl

omhoog

(7) De Februaristaking
Uit protest tegen de razzia's legden Amsterdamse medewerkers van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf en andere gemeentelijke diensten op dinsdag 25 februari 1941 het werk neer. Het initiatief voor de staking kwam van een groep communistische arbeiders. Al snel volgden metaal- en dokwerkers (die in de maanden daarvoor al hadden gestaakt, onder andere uit protest tegen tewerkstelling in Duitsland). Omdat de tram niet reed, wisten andere Amsterdamse arbeiders dat er gestaakt werd en een deel van hen legde het werk neer. De volgende dag werd er ook in Zaanstreek, Kennemerland (Haarlem en Velsen), Hilversum, Utrecht en Weesp gestaakt.
De Duitsers waren verrast door de staking, riepen de noodtoestand uit en traden hard op. Er werden politie- en SS-troepen ingezet. Door sommige patrouilles werden vuurwapens gebruikt tegen de stakers en op de tweede stakingsdag werden tenminste zeven mensen gedood. Op donderdag 27 februari om 12 uur 's middags was de staking gebroken.
De staking was een protest van de niet-joodse bevolking tegen de anti-joodse maatregelen (de eerste en grootste manifestatie in zijn soort in West-Europa) maar ook tegen de Duitse overheersing in het algemeen. De staking bracht de Duitsers niet van hun voornemens af. Wel beseften zij dat zij voortaan bij het doorvoeren van de anti-joodse maatregelen omzichtiger te werk moest gaan en dat de acties van de Nederlandse nationaal-socialisten aan banden moesten worden gelegd.
Voor meer informatie over de februaristaking zie:
februaristaking


Uit het dagboek van Arnold Heilbut

Citaat van inzender Klara Musikant
Mijn oom Joseph (Joop) verspreidde pamfletten tijdens de Februaristaking in 1941. Hij is gearresteerd en direct gefusilleerd. Dat was de eerste keer dat ik mijn moeder zag huilen. Ook ik was diep geraakt; hij was mijn liefste oom. Als eerbetoon aan hem is er in Amsterdam een straat naar hem vernoemd.
u kunt dit verhaal verder lezen >>

Een fragment van de uitzending van 27 februari 1942. Radio Oranje herdenkt vanuit Londen de Februaristaking van een jaar tevoren.
(Bron: Verzetsmuseum Amsterdam
Voor het beluisteren is een Windows Media Player vereist.

bron: collectie van S.Loman
"bekendmaking" van de Duitse bezetter
bron: collectie van Saskia Loman

omhoog

In april 1941 werden alle Nederlanders van veertien jaar en ouder verplicht tot het bezit van een persoonsbewijs. Voor joden was het persoonsbewijs ook nog aan de voor- en achterzijde bedrukt met een grote zwarte J. Medio 1941 had SS-obengrüppenführer en politiechef Hanns Rauter verordineerd dat deze J op het persoonsbewijs van de Joden moest worden aangebracht. Bij de deportaties van Joden naar Polen was dit een belangrijk hulpmiddel om Joden te indentificeren.

bron: collectie van S.Loman
bron: collectie van Saskia Loman

omhoog

De eerste editie van het Joodsche Weekblad verschijnt.

bron: collectie van S.Loman
bron: collectie van Saskia Loman

Bepaalde straten in Amsterdam worden aangemerkt als 'judenstrasse / joodschestraat'.

FOTO: Gemeentearchief Amsterdam
Bron: Beeldbank G.A.A. geplaatst met toestemming van Clémentine van Stiphout

Joodse kinderen mogen alleen nog maar naar aparte joodse scholen. In Amsterdam ging deze maatregel per 1 oktober in.

Citaat van inzender John Blom
Na de grote vakantie in september 1941 mocht ik als 11 jarige jongen niet meer terug naar mijn eigen openbare lagere school, de Michel de Klerkschool in de Jekerstraat. En waarom niet? Omdat ik een kind was, afkomstig uit een joods gezin. Voortaan mochten joodse kinderen niet meer naar de gewone openbare scholen gaan, maar moesten met elkaar samengebracht worden op z.g. joodse scholen.
u kunt dit verhaal verder lezen >>

Uit: Het Vaderland van 23 september 1941

Citaat van inzender Uri (Flip) Speelman
Ineens mochten Joodse kinderen daar niet meer op school blijven, dus verhuisde ik naar een school in de Nierstraat. (nu de Anne Frankschool). Maar lang kon ik daarvan niet genieten, aangezien wij moesten onderduiken.
u kunt dit verhaal verder lezen >>

omhoog

Plakkaten met opschriften "Verboden voor Joden" verschijnen. Joden mogen geen bezoeken meer brengen aan parken, dierentuinen, cafés, restaurants, hotels, pensions, schouwburgen, cabarets, variétés, bioscopen, sportinrichtingen, concerten, openbare bibliotheken, leeszalen of musea.

uit de Haagsche Courant
bron: collectie van Saskia Loman

uit de Haagsche Courant

(1) Citaat van Mw. J.J. Langelaar
Op een gegeven moment was het zwembad verboden voor joden. Het buurjongetje ging toch, met zijn moeder. Andere, niet-joodse kinderen zoals ik, gingen ook mee. Mickie van Praag had een erg joodse uitspraak. Hij moest zijn mond dichthouden tot we in het water waren.
Bij ijssalon Koco kwam ik vaak genoeg. De laatste keer dat we gingen kwamen we vanaf het zwembad. Een oudere heer aan de kassa vroeg: "Zijn jullie jodinnetjes?" Wij zeiden: "Nee". " Dan mag ik jullie geen ijs verkopen
.

omhoog

Verbod op alle joodse tijdschriften.

Het officiële medium van de Joodschen Raad was Het Joodsche Weekblad. Met ingang van 26 oktober 1941 werden alle joodse tijdschriften verboden, met uitzondering van Het Joodsche Weekblad. Hoofdredacteur was A.J. Herzberg. Naast artikelen over maatschappelijke en religieuze aangelegenheden werden in het blad ook Duitse verordeningen inzake joden en joodse aangelegeneheden geplaatst. Alles wat in het blad verscheen werd vooraf door Duitse autoriteiten gecontroleerd en gecensureerd. In september 1943 was het lezerspubliek verdwenen en hield het blad op te bestaan.

omhoog

Het speeltuinterrrein aan de Gaaspstraat wordt gevorderd als markt voor Joden. Op die plek is het kindermonument geplaatst en daar vindt elk jaar op 3 november de herdenking plaats. Op het monument, ontworpen door Truus Menger, worden de 13000 vermoorde Joden vermeld.
Klik hier voor meer informatie >>

omhoog

Citaat van inzender Bram Mulder
De oorlog ging echter voort en liet niets heel van wat Joods was, maar Japie bleef optimistisch, terwijl zijn ouders er steeds zorgelijker gingen uitzien. Ik zie, deze in mijn ogen van toen, oude mensen, nog samen met hun Japie naar de Joodse markt gaan, op het terrein van de speeltuin aan de Gaaspstraat.
u kunt dit verhaal verder lezen >>

Citaat van inzender Max van der Glas
Vanaf 1943 mocht mijn vader als Joods marktkoopman alleen nog op het speeltuin terrein aan de Gaaspstraat handel drijven, evenals in Oost op het President Brandtplantsoen. Vaak ben ik daar heen gelopen, want eigenlijk mocht ik niet buiten komen omdat het uiteraard TE gevaarlijk was. Regelmatig werden daar Joden opgepakt door landverraders, de "N.S.B ers.
u kunt dit verhaal verder lezen >>

Op zaterdagmorgen 10 januari 1942 vertrokken ruim 1400 joodse mannen vanuit Amsterdam naar werkkampen in Drenthe. In de loop van dat jaar werden steeds meer joodse mannen opgeroepen om naar tientallen werkkampen te gaan die lagen op het dunbevolkte platteland van de provincies Overijssel, Drenthe, Friesland en Groningen. Deze werkkampen, onder meer in Diever, Elsloo, Blesdijke, Vledder, Geesbrug en Rouveen, waren oorspronkelijk bedoeld om werklozen in het kader van de werkverschaffing te huisvesten. De Duitse bezetters hadden met de werkkampen echter een ander doel. Zij wilden alle weerbare joodse mannen isoleren, zodat ze niet in opstand zouden komen. Aanvankelijk probeerden de nazi's de schijn op te houden dat de kampen niet onder hun gezag stonden, maar onder het gezag van de Heidemaatschappij en de Rijksdienst voor de Werkverruiming. Bovendien werd de Joodse Raad ingeschakeld voor de medische keuring.

omhoog


Uit het illegale Parool 26 april 1944
auteur niet vermeld

Begin van de concentratie van joden in Amsterdam door overbrenging van de joodse gemeenschap uit Zaandam.

Citaat van inzender Max van der Glas
En dan . . . . na 22 februari 1942 stopt het album plotseling en staar ik naar lege pagina's. Vaak krijg ik het dan te kwaad en lopen de tranen over mijn wangen, zoals nu, terwijl ik dit schrijf.
Ik kan dit met niemand delen, want zij die jou gekend hebben zijn er niet meer, maar voor mij ben je er nog steeds en praat ik met je.

u kunt dit verhaal verder lezen >>

Invoering Jodenster

(4) "De gele vlek had voorgoed opgeborgen geleken op de rommelzolder van middeleeuwse barbaarsheden. De Nazi's, met hun zwak voor geschiedenis, hadden hem daar weer uit te voorschijn weten te halen en zo herstelden zij, voor het eerst weer na het Lateraanse Concilie van 1215, dit symbool in ere. Zij merkten er de Joden mee, zoals men vee merkt, dat voor de slachtplaats is bestemd."

Verordening waarbij het dragen van de Jodenster verplicht wordt gesteld. Het is een gele lap met daarop gedrukt de Davidster. In de ster staat in zwart het woord "Jood." De Davidster moet altijd zichtbaar en in het openbaar gedragen worden.

omhoog

bron: collectie van S.Loman
bron: collectie van Saskia Loman

Citaat van inzender Bram Mulder
Ik herinner me nog goed, dat de Jodenster werd verplicht. Vrijwel alle Joden gaven er gehoor aan, omdat het gevaar van het niet dragen van zo’n ster, te groot was. Zij deden er, althans uiterlijk, soms lacherig over en “pronkten” er mee. Joden, die geen uitgesproken Joods uiterlijk hadden, droegen er vaak geen. Dat was riskant, maar het gaf hun wel meer bewegingsvrijheid. Helaas waren er altijd verraders, die deze mensen bij de autoriteiten aanbrachten.
u kunt dit verhaal verder lezen >>

Citaat van inzender Klara Musikant
Vanaf mei 1942 moesten alle joden, die ouder waren dan zes jaar een ster op hun kleren dragen. Niemand deed vervelend of was onbeschoft tegen mij, dat herinner ik mij nog heel goed. Ik zag er niet joods uit en maakte daar flink gebruik van: ik bedekte mijn ster, nam de tram en kwam op plaatsen die eigenlijk verboden waren voor joden
u kunt dit verhaal verder lezen >>

(Foto: © Nico Jesse/Nederlands Fotoarchief)
Drie joodse meisjes met Davidster

omhoog

Anne Frank verlaat met haar familie de woning aan het Merwedeplein en duikt onder in het achterhuis aan de Prinsengracht. Op 6 juli 1942 verlaat de familie Frank het huis aan het Merwedeplein in alle vroegte. Acht jaar lang hebben ze daar gewoond. Ze lopen de 4 kilometer naar de Prinsengracht, waar het kantoor is van Otto Frank. Ze moeten lopen omdat joden niet met de auto of de tram mogen reizen. Tijdens de voettocht vertellen Anne's ouders van het onderduikplan.

omhoog

Begin uitvoering van de "Endlösung der Judenfrage" met grote razzia’s op joden in Amsterdam-centrum en -zuid.
Op 11 juli 1942 protesteerden de Nederlandse kerken tegen de aangekondigde deportatie van de joden. Desondanks werd drie dagen later de eerste grote razzia gehouden op joden in Amsterdam-centrum en -zuid. De opgepakte joden werden direct overgebracht naar Westerbork. In Amsterdam werd de Hollandsche Schouwburg, die tijdelijk de Joodsche Schouwburg was geweest, als doorgangshuis gebruikt.
Op 16 juli vertrok de eerste trein met Nederlandse joden vanuit het Drentse kamp naar Auschwitz. De 'Endlösung der Judenfrage' in ons land was feitelijk begonnen.

De kerken – als enige niet onder Duits toezicht staande organisatie van ons land – hebben grote zedelijke moed getoond. Zij hebben de burgers door middel van kansel boodschappen in buitengewoon heldere bewoordingen gemeld wat “fout” was: Zo werd op 11 juli 1942 over de jodendeportatie het volgende getelegrafeerd aan de bezettende macht.
“De hieronder vermelde Nederlandsche Kerken, reeds diep geschokt door de maatregelen tegen de Joden in Nederland, waardoor zij uitgesloten worden van het deelnemen aan het normale volksleven, hebben met ontzetting kennis genomen van de nieuwe maatregelen, waardoor mannen, vrouwen, kinderen en heele gezinnen zullen worden weggevoerd naar het Duitsche Rijksgebied en onderhoorigheden. Het leed, dat hiermede over tienduizenden wordt gebracht, de wetenschap, dat deze maatregelen tegen het diepste zedelijk besef van het Nederlandsche volk strijden, en bovenal het indruischen dezer maatregelen tegen hetgeen van Godswege als eisch van gerechtigheid en barmhartigheid gesteld wordt, nopen de Kerken tot U de dringende bede te richten aan deze maatregelen geen uitvoering te geven.”

Citaat van inzender John Blom
Echt heel ernstig en zeer bedreigend werd de situatie vanaf juni 1942 toen de z.g. Zwarte Politie begon met het ophalen van joodse bewoners, die (in grote lijn) via Westerbork naar de vernietigingskampen gedeporteerd werden. De sfeer op straat was beangstigend en de sfeer thuis erg bedrukt. Je leefde met de vraag: wanneer zullen ze bij ons komen aanbellen? Vanuit die sfeer kwamen we vaak s' ochtends in de klas bij elkaar.
u kunt dit verhaal verder lezen >>

omhoog

Vanaf 6 augustus 1942 werd een *Nederlands politiebataljon onder bevel van **Sybren Tulp ingezet om in Amsterdam Joden op te pakken. Aan het Duitse plan voor de vernietiging van de Joden werd ruimhartig bijgedragen door de Nederlandse burgerbevolking. Enkele uitzonderingen daargelaten, werkten de gemeentelijke administraties, het spoorwegpersoneel en de politie mee aan razzia’s en deportaties.
* Dit waren meestal de zg Schalkhaarders: Nederlandse politiemannen naar nationaal-socialistische snit. www.schalkhaarders.nl
**Lees ook: De politie in oorlogstijd

Opnieuw een razzia op joden in Amsterdam-zuid.
(7) Omdat vrijwel niemand zich vrijwillig meldde, werden de meeste joden tijdens nachtelijke invallen door Duitse en Nederlandse politie van hun bed gelicht. Joodse bejaardenhuizen werden overvallen en oude en zieke bewoners werden weggevoerd. Het idee dat er geselecteerd werd voor tewerkstelling viel nu niet langer staande te houden. Ook joodse weeshuizen werden 'leeggehaald', net als de joodse werkkampen. De familieleden van de kampbewoners werden van huis gehaald.

De extra-editie van het Joodse Weekblad na de razzia van 6 augustus 1942, bevattende de volgende bekendmaking:

Het Joodsche Weekblad

EXTRA EDITIE

  1. Alle Joden, die niet onverwijld gevolg geven aan een tot hen gerichte oproep voor de arbeidsverruiming in Duitsland, worden gevangen genomen en naar het concentratiekamp Mauthausen gebracht. Deze of andere straf wordt niet toegepast op die Joden, die zich nog achteraf voor uiterlijk zaterdag 9 augustus 1942, te 5 ure aanmelden, of verklaren, dat zij bereid zijn, aan de werkverruiming deel te nemen.
  2. Alle Joden, die geen Jodenster dragen, zullen naar het concentratiekamp Mauthausen gebracht worden.
  3. Alle Joden die zonder toestemming der autoriteiten van woonplaats of woning veranderen - ook indien zij dit slechts tijdelijk doen - worden naar het concentratiekamp Mauthausen gebracht’.

     

Citaat van inzender Jan Drijfhout
Ze woonden precies tegenover ons op de eerste etage en wij stonden in de erker te zwaaien en te huilen en zo namen we afscheid van hele fijne mensen die nooit een vlieg kwaad hadden gedaan.
u kunt dit verhaal verder lezen >>

Citaat van inzender Hans Dijst
Er woonden ook enkele Joodse gezinnen, o.a. de familie de Wolf, een paar huizen naast ons. Toen verscheidene mensen van de Duitsers de opdracht kregen hun koffer in te pakken en mee te gaan, gaven ze aan mijn vader, (inmiddels een beetje de vertrouwensman geworden) de huissleutel en zeiden: “Joop, bewaar die even tot wij weer terug zijn!” Terug kwamen ze helaas nooit, en de sleutel werd overbodig omdat Duitse soldaten de huizen leeghaalden.

u kunt dit verhaal verder lezen >>

omhoog

(7) Op 2 en 3 oktober 1942 vonden er grootscheepse razzia's plaats, in Amsterdam en in de provincie. Duitse en Nederlandse politie, NSB, Nederlandse SS, Duitse ambtenaren van de nazipartij en het personeel van de Zentralstelle, hielpen allemaal mee. Tegen het eind van 1942 waren circa 40.000 Nederlandse joden naar de vernietigingskampen in Polen afgevoerd.

omhoog

(4) Bij de razzia van 26 mei 1943 werden de Joden uit Amsterdam-Centrum eerst gebracht naar een terrein bij het Muiderpoortstation, waar sommigen zich ook rechtstreeks heen begaven. Na urenlang wachten verscheen de speciale trein die de opgepakten naar Westerbork bracht. Op het terrein werd een foto-reportage gemaakt in opdracht van het weekblad van de Germaanse SS in de Nederlanden, Storm. Een aantal van deze foto's werd in het nummer van 4 juni afgedrukt met een honend artikel dat eindigde met de zin: ‘Het afscheid is ons niet zwaar gevallen.’

Bron foto's: NIOD

Je lippen die ik heb gekust,
Je haren, donker en verward,
En dan je hart, je jonge hart,
Waaraan 'k zo heerlijk heb gerust.....

Ik denk: het heeft zo moeten zijn.
Soms is 't alsof je bent gestorven.

Wie weet, hoe ver, in leed en pijn,
Wij zullen hebben rondgezworven,
Voordat wij weer tezamen zijn.

J. Presser

omhoog

Op zondag 20 juni 1943 vond in Amsterdam Zuid en in een deel van Amsterdam Oost een grote razzia plaats op de laatste overgebleven joden. Duitsers, samen met de *Amsterdamse politie, sloten alle straten af en ging de huizen binnen om de joden naar de verzamelplaatsen te brengen. Van de verzamelplaatsen werden de mensen per tram naar het Muiderpoortstation vervoerd. Per trein werden ze overgebracht naar doorgangskamp Westerbork. De meesten gingen hierna naar de vernietigingskampen, zoals Auschwitz-Birkenau, Bergen-Belsen en Sobibor.
De Rivierenbuurt werd afgezet bij de Berlagebrug, langs de Ceintuurbaan en langs de Rivierenlaan. Eén van de verzamelplaatsen was het Daniël Willinkplein op het grasveldje voor de Wolkenkrabber. Andere verzamelplaatsen waren: het Olympiaplein, Sarphatipark en de Polderweg. Op die dag werden
5550 joden opgepakt en weggevoerd.

Michal Etala schrijft op deze website
"De rugzak, klaargemaakt op raad van de moffenhandlangers (Joodse Raad), stond al in een hoek te wachten.
"Loopt u maar naar beneden, en wacht tot we komen. Er komen nog meer mensen". En zo gingen we dan, na een paar minuten over de tramrails, en door het poortje naar de Roerstraat, en ik keek nog even naar de populieren. Zou ik ze ooit nog weerzien!"

u kunt dit verhaal verder lezen >>

Emmy Vollebregt - van de Bongardt schrijft op deze website
"Ik heb op een zondag gezien dat de joodse mensen weggevoerd werden. De datum weet ik niet. De "Ariërs" mochten niet op straat die dag. Ik weet niet meer of het Nederlandse of Duitse politieagenten waren die de mensen uit hun huizen haalden. Wij gingen natuurlijk toch op straat spelen. Er was ook een mevrouw die had een gemengd huwelijk. Zij werd ook meegenomen. De soldaten belden aan en de meesten gingen heel gewillig mee. Ze werden verzameld op het Daniel Willinkplein."

u kunt dit verhaal verder lezen >>

In totaal werden bij deze razzia 5542 joden opgepakt en naar Westerbork weggevoerd. De enige joden die in Amsterdam mochten blijven waren de honderd mensen van de Joodschen Raad en de gemengd getrouwden. In de buurt blijven nog een klein aantal joden over. De lege woningen worden geplunderd door de Duitsers of door dieven die uit alle delen van de stad komen aangeslopen.

Rein Willems schrijft voor deze website
"In de oorlogsjaren wonen wij in de Uiterwaardenstraat 366hs. De grote razzia van zondag 20 juni 1943 herinner ik me als klein kind van zes nog goed. Ons gezin moet die dag afzien van de gebruikelijke gang naar de gereformeerde kerk in de Waalstraat. Vader draagt zijn zondagse pak. We bevinden ons in de zonnige voorkamer. Op straat is er een hoop bedrijvigheid. Ik zit in de vensterbank met een doosje met centen te spelen. Op straat mensen met opgerolde dekens en koffertjes. Zonnige straat. De brievenbus kleppert. Twee soldaten met petten op (reuze interessant) staan in de kamer. Moeder voert het woord. Ze lopen de kamer uit naar de gang. Bij de keuken blijven ze staan. De soldaten dragen hun helm met de kinriem aan hun elleboog. Gedurende de huiszoeking is de straatdeur open blijven staan want de twee bezoekers lopen zo door de gang en de hal weer naar buiten. Ik wil ook naar buiten maar óf vader óf moeder trekt me weg en dicht gaat de deur. Ik wordt naar m'n kamer gebracht. De gordijnen zijn dicht. Tijdens het avondeten rijdt er langzaam een cabriolet met "hoge omes" (vader) voorbij. Zonnige avond. Lege straat."

Verzamelplaats op het Daniel Willinkplein (Thans Victorieplein)
Verzamelplaats op het Daniël Willinkplein. (Victorieplein)
Links op de foto staan de trams klaar voor transport op de Zuider Amstellaan (Rooseveltlaan)

Foto geplaatst met toestemming van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie

Citaat van inzender Max van der Glas
Het volgende grote "evenement" in mijn leven was in 1943, het weghalen van mijn opa, die bij ons was komen inwonen als 73 jarige en welk moment mij tot op de dag van vandaag achtervolgd.
u kunt dit verhaal verder lezen >>

Citaat inzender Leo Cappel
Het is de beurt van mijn vriendje. Hij staat tussen zijn ouders in voor hun deur. Zijn ouders worden een open vrachtwagen ingejaagd. Mijn vriendje kan er niet inklimmen, hij is tamelijk klein voor zijn negen jaren. Een Duitser grijpt hem onder zijn oksels, gooit hem in de vrachtwagen.
u kunt dit verhaal verder lezen >>

Verzamelplaats op het Daniel Willinkplein (Thans Victorieplein)
Verzamelplaats op het Daniël Willinkplein. (Victorieplein)
Foto geplaatst met toestemming van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie

Citaat Werner Blok
Op zondag 20 juni 1943, de verjaardag van mijn broertje, was de grote razzia in de Rivierenbuurt. Ook mijn oma, tantes en nichtje die om de hoek woonden, moesten mee. Ik zie mij nog lopen in de Uiterwaardenstraat. Ik wilde hen niet alleen laten en droeg hun koffers. Ik moest hen toch beschermen?
Mijn tante probeerde me tevergeefs weg te sturen. Toen nam zij maatregelen. Een Duitser kwam op mij af en schopte en stuurde mij weg. Ik heb geen afscheid kunnen nemen.

Citaat van inzender Paul Wessing
Fotografisch precies staat op mijn netvlies, hoe op een dag de Joodse mensen uit hun huizen werden gedreven met geschreeuw en fysiek geweld. Een man werd van de trap gegooid, omdat hij niet "schnell" genoeg naar beneden kwam. Bejaarden, die niet op de vrachtauto konden stappen werden met gebeuk van geweerkolven de vrachtauto's op gestompt. Ik zie nog steeds huilende mensen over straat rennen, vergezeld door een vreselijk gebrul van de overvalcommando's.

u kunt dit verhaal verder lezen >>

Citaat van inzender Charles Dikker
Eind 1943 ben ik op weg naar vriendje John Bakker als ik getuige ben van een razzia. Ik ontferm mij over een meisje wat ik in de Vechtstraat onder breng bij een moeder van vriendje. Zonder deze moeder in te lichten heb ik het meisje verstopt in een kruipruimte. En helaas ben ik dit voorval (tw het meisje in de kruipruimte) compleet vergeten. En daarover heb ik af en toe nog paniekdromen.
u kunt dit verhaal verder lezen >>


SS generaal Rauter (tweede van rechts) met enkele nazi trawanten op het Daniel Willinkplein (nu Victorieplein) in Amsterdam, 20 juni 1943. De garage op de achtergrond is het pand op het Victorieplein 38-10, dat inmiddels is afgebroken. Op de achtergrond worden de opgepakte joodse burgers gedwongen om in de trams, die klaar staan voor vervoer naar de treinen die hen naar kamp Westerbork zullen brengen.
Foto geplaatst met toestemming van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie

Ook op het plein van de Roerstraat werden honderden joden bijeengedreven.
 
Citaat van inzender Olga Aldersebaes-Braakensiek
De razzia staat me vagelijk bij. Al onze buren in de Roerstraat: de families Heyman, Simons en Metzelaar werden weggehaald. De Metzelaars hadden een zoon Walter geheten en de Simonsen - die ik in mijn verhaaltje aanhaalde - hadden een zoon Ernst en een dochter Ruth. De Simonsen kwamen uit Keulen waar de vader Rabbi was. Iedere Vrijdagavond gingen mijn mam en ik naar beneden om het licht aan te doen (voor de elctriciteit werd afgesloten) en ik kreeg altijd een peppermintchen. u kunt dit verhaal verder lezen >>

Uit de strip "De ontdekking" uitgegeven door de Anne Frank Stichting en het Verzetsmuseum Friesland
Uit de strip "De ontdekking" uitgegeven door de Anne Frank Stichting en het Verzetsmuseum Friesland
Deze uitgave was het Nationaal Geschenk van 2005 - ISBN 90-72972-76-7
recensie

(1) Citaat van Mw. J.J. Langelaar
Op 20 juni 1943, ik zat in de klas, kregen we hier grote razzia. Het was op een zondag. 's-Morgens vroeg stond er al een wachtpost in de straat. Mijn vader schrok, die dacht "Wat is er aan de hand?" Het bleek dat iedereen die de straat uit wou, zijn persoonsbewijs moest laten zien. Vader zei: 'Dat zijn ňf joden, ňf jongens [jongens die opgeroepen waren om in Duitsland te gaan werken, en daarvoor waren ondergedoken]. Hij zeitegen mijn broer; "Pak je fiets en ga Annie waarschuwen op de Ouderkerkerdijk'. De hele Ouderkerkerdijk, dat was allemaal onderduikers. 'Alleen als Meyer op de pont staat, mag je wat zeggen onderweg'. We zijn verder die dag thuis gebleven.
Er kwamen overvalwagens in de straat met de Grüne Polizei. Die deden huiszoekingen. Ze kamden het gehele huis uit, ze keken ook in de kasten en onder de bedden. Toevallig kwamen ze niet bij 2A. Die mensen gingen toen in september onderduiken.
(**)


Joodse bewoners staan op zondag 20 juni 1943 in de Lekstraat te wachten op deportatie.
Bron foto: Verzetsmuseum Amsterdam

Ingezonden voor deze website door mevrouw M. Prins als reactie op bovenstaand citaat.
Wij, de fam.Prins, woonden naast Fam.v Langelaar in Amsterdam. Wij, vader, moeder en 4 kinderen.
De bewuste razzia waar zij over schrijft was op 20 juni 1943. Mijn vader was al opgepakt en moeder was er met de kinderen 5, 12, 14 en 15 jaar oud.
Er werd bij ons aangebeld en wij kwamen bepakt en bezakt vanaf 3 hoog naar beneden.
Een buurman van nummer 4/1 stond in het portiek bij onze deur en zei: "Zijn ze jullie komen halen?" Er was echter alleen maar aangebeld en door wie weet niemand.
Hij was een heel forse man (zijn naam was Cappon) en hij ging breeduit voor de dichte deur staan, nadat hij ons weer naar boven had gestuurd.
Ik weet nog hoe we stil en bibberend de trap weer opliepen.
Om de een of andere reden hebben ze ons toen overgeslagen en zijn we de dans ontsprongen.
Inderdaad zijn we 3 maanden later allemaal afzonderlijk van elkaar ondergedoken.

Het werkwoord Pulsen.
Abraham Puls was een Amsterdamse ondernemer tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij reed in opdracht van de Duitse bezetter met verhuiswagens (met de naam A. Puls; niet Abraham Puls) door Amsterdam om Joodse inboedels in te laden.
Het werkwoord "pulsen" werd in bezettingstijd gebruikt voor het leeghalen, in veel gevallen leegroven, van huizen van gedeporteerde of ondergedoken joden.
Een wagen van Abraham Puls heeft de spullen van Anne Frank, haar familie en de andere onderduikers in het Achterhuis opgehaald nadat zij allen op 4 augustus 1944 opgepakt waren.
Abraham Puls is ná de bevrijding door de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) opgepakt en opgesloten in het Huis van Bewaring I (Weteringschans)
Het personeel van de firma Puls profiteerde mee, en ook waren er particuliere "pulsers" die zich de huisraad van "verdwenen" mensen toeeigenden. Joden die na de oorlog terugkwamen uit de kampen of van onderduikadressen, en bijna altijd familieleden hadden verloren, kregen hun bezittingen meestal niet terug.

Verhuiswagen van de firma Abraham Puls
Verhuiswagen van de Fa. A. Puls
Bron foto's: NIOD

Citaat uit de toespraak van Huub Oosterhuis bij de Dokwerker tijdens de herdenking van de februaristaking 2004.
Dat wij ineenkrimpen bij het zien van onrecht, leed en schande die een ander mens wordt aangedaan, dat het in ons schreeuwt, dat wij willen helpen, dat wij niet wegkijken, dat is onze innerlijke kracht.
Die kracht brak naar buiten vandaag 63 jaar geleden en werd tot geweten. Die kracht heeft de grote jodenrazzia’s niet kunnen voorkomen – op zondag 20 juni 1943 werden op het plein van de Roerstraat, Rivierenbuurt, honderden joden bijeengedreven; ik woonde daar, ik stond voor het raam, ik was 10, ik zag het, mijn ouders huilden van schaamte – het was alsof één uit die menigte van achter zijn gele ster mij toeriep: jij daar, hoe leef jij van nu af verder? En ik kromp ineen, toen voor het eerst.

Onderstaande foto toont een groep joden in de Uiterwaardenstraat, hoek Gaaspstraat, gezien vanuit het woonhuis van de fotograaf A. Wijnberg, op nummer 59.


Foto van de laatste grootste razzia, foto door A. Wijnberg, 20 juni 1943.
Foto: Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie

(6) Citaat *Hannah Goslar
Op die dag werd ook de hele familie Goslar opgepakt. Tot dat moment hadden zij zich nog door gekochte Paraguayaanse paspoorten aan deportatie kunnen onttrekken. Ook het feit dat haar vader tot de erkende Zionisten behoorde had daartoe bijgedragen. Hannah: 'Op die dag begonnen de Duitsers iets nieuws. Ze hadden heel Zuid afgezet, 's ochtends om vijf uur terwijl iedereen sliep. En ze gingen van deur tot deur, belden aan en vroegen: "Wonen hier joden?" "Ja? U krijgt twintig minuten de tijd, neem een rugzak, doe er maximaal 20 kg in en kom vlug naar buiten." Dat was onze buurt, dus ook wij konden gaan inpakken. Geen paspoort of zo hielp. We kregen maar kort de tijd en moesten mee. We dachten echt dat wij naar een werkkamp gingen.
* Hannah Goslar was een van de beste vriendinnen van Anne Frank.

Citaat van inzender Theo van Vilsteren
Boven ons op drie hoog woonde de familie Baruch. Hun dochter Clara werd als een van de eerste mensen in de buurt door de Duitsers “weggehaald”. Regelmatig kwam er ‘s avonds een Duitse vrachtwagen in de straat die joodse mensen kwam ”weghalen”.
u kunt dit verhaal verder lezen >>

De houding van niet-joden
(4) Over de houding van de niet-Joden zijn er wel enige berichten, sommige getuigend van diep meeleven, machteloze verontwaardiging en daadwerkelijke hulp.De tennissende Amsterdammers op het sportveld Olympiaplein, een van de verzamelplaatsen, is in de pers tegengesproken.

(5)
Voor zover mogelijk ging voor de niet-Joodse Nederlander het leven gewoon door. De slager, de melkboer bleven lang normaal aan de deur komen, de postboden bezorgden doodgemoedereerd oproepen aan Joodse adressen, en de politieagenten deden later hun eenvoudige plicht door de Joden op te gaan halen. Razzia’s, joden uit hun huizen slepen - de anderen bemoeiden zich er liever niet mee.

(4) Dagboekaantekening van een Amsterdammer.
Het is merkwaardig de dagboekaantekening te lezen van een Amsterdammer, die met zijn gezin naar de Betuwe wil, om kersen te plukken. Hij kan enige stations niet bereiken: ‘Daar gaat onze mooie dag. Kom, niet de moed opgeven. Ik zie de lange gezichten al van mijn vrouw en jongen.’ In het Amstelstation lukt het: ‘Een juichkreet stijgt in ons op. Wij gaan deze plaats van ellende voor een dag verlaten... Heerlijk, wij zijn eruit en op weg naar Tiel.’ In de trein beklaagt onze schrijver de Joden: ‘Op een hoop gedreven en weggevoerd als vee... Laat het geen aangenaam volk zijn. Maar het zijn toch mensen. Hoe kan dat de Goede God gedogen.’ Velen in de trein weten nergens van... In de Betuwe is het verrukkelijk. ‘Wat is het leven mooi... Wat is het hier zalig’. Toch denkt onze schrijver weer aan de Joden, ‘op een hoop gedreven als vee’. Nu onze reizigers weer; ze genieten volop, eten er stevig van: ‘we barsten bijna’. Terug met zeer velen, in de trein ‘opgepropt, maar toch in gelukkige stemming, want een elkeen heeft een heerlijke dag achter de rug’. Weer het Amstelstation, nog steeds is men met de Joden bezig: ‘Wat een wereld. Op de Ringdijk kunnen we er een klein stukje van zien. Huis aan huis wordt nog doorzocht. En wij sjouwen onze kostbare vracht naar huis. Maar wat wordt dat zwaar op het laatst... ongeveer 35 pond kersen.’ Hij deelt er overal van uit: ‘Wat een blijdschap en wij delen mede in de vreugde. Wij hebben niet voor niets zo gesjouwd. Om 11 uur kruipen we in ons bed en slapen binnen de minuut.’

Foto onder; verzamelplaats op Daniël Willinkplein (tegenwoordige Victorieplein): de Amsterdamse tram onderhield een pendeldienst voor het transport van joodse medeburgers.

Daniel Willinkplein
Verzamelplaats op Daniël Willinkplein (tegenwoordige Victorieplein)
Foto: Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie

Bij een laatste grote razzia in Amsterdam werden nog eens 10.000 personen opgepakt, waaronder de voorzitters van de Joodschen Raad.

(3) Vanaf die datum bevonden zich officieel geen joden meer in Nederland. Alle joden waren gedeporteerd naar de kampen, met uitzondering van een groep gemengd-gehuwde joden. Dit zijn joden met een niet-joodse huwelijkspartner. Er waren daarnaast nog wel illegale joden in Nederland die zich probeerden te onttrekken aan de vervolging door onder te duiken. Wanneer zij in hun onderduikplaats werden ontdekt werd de Hollandsche Schouwburg voor hen gebruikt. Uiteindelijk werd de Schouwburg als deportatieplaats gesloten na het laatste transport op vrijdag 19 november 1943. Na die datum vonden er nog wel transporten uit Amsterdam plaats maar dan vanuit het Huis van Bewaring aan de Amstelveenseweg.

(8) De laatste uitgave van Het Joodsche Weekblad verscheen op 28 september 1943. Na deze datum was er geen behoefte meer aan het periodiek want er waren nagenoeg geen Joden meer in Nederland te vinden. Het merendeel was naar het Oosten gedeporteerd. "Het Joodse Weekblad is een geschiedenisboek zoals er geen tweede in de Nederlandse historie is verschenen. Het is compleet, het slaat geen week, ja zelfs geen dag in twee oorlogsjaren over. Het is een geschiedenisboek, dat met niets ontziende kracht en nauwkeurigheid het Duitse regiem beschrijft." Dit is een citaat voorkomend op pagina 8 van de Inleiding, die Dick Houwaart, de samensteller van het tweedelige boek schreef. De volledige uitgave van alle nummers verscheen tussen 11 april 1941 en 28 september 1943. Wat de dood van de Joodse gemeenschap in Nederland aangaat, geeft 'Het Joodse Weekblad' een nauwkeurig verslag van de weerzinwekkende manier waarop het vernietigingsplan van de nazi's uitgevoerd werd.

 

omhoog

Er wordt een begin gemaakt met het oproepen van gemengd gehuwde joden voor werkkampen. Het joodse vraagstuk in Nederland wordt beschouwd als opgelost.

Laatste overgebleven Portugese Joden worden allemaal weggehaald en naar de Hollandse Schouwburg gebracht, Westerbork, Theresienstadt en velen eindigden in Auschwitz.

omhoog

Om 10 uur, valt de Duitse geheime dienst, het Achterhuis binnen. De bewoners worden weggevoerd naar een strafbarak in Westerbork. Op 3 september 1944 worden ze met de trein gedeporteerd naar Auschwitz in Polen. Anne Frank wordt overgebracht naar het uitroeiingskamp van Bergen-Belsen, waar zij en haar zus Margot, in maart 1945, sterven. Otto Frank, overleeft de deportatie.

omhoog

(2) Joden werden kil ontvangen na terugkeer uit de kampen.
Van de 110.000 uit Nederland gedeporteerde joden kwamen na de oorlog slechts 5000 terug. Ze werden niet met open armen ontvangen. Hun terugkeer maakte latente anti-semitische gevoelens los en dat leidde soms tot uitermate pijnlijke reacties. De meeste Nederlanders waren zo vervuld van hun eigen oorlogservaringen, dat ze maar weinig interesse toonden voor wat zich buiten de landsgrenzen had voltrokken. Zij hadden de joden, die uit het straatbeeld verdwenen waren, kennelijk niet gemist.
"Ik was de bijna-vreemdeling die alles aan moest horen wat ieder ander uitentreuren had gehoord en ik kocht met mijn gewillig oor en mijn discrete zwijgzaamheid aanvaarding'', schreef Gerhard Durlacher, die met zijn ouders in 1942 uit Apeldoorn werd weggevoerd en er in 1945 als enige terugkeerde.

omhoog

  • verblijfplaatsen van overlevende

Concentratie kamp moeder
Een lijstje van verblijfplaatsen tijdens de deportatie van de moeder van inzender
Uri Speelman in haar handschrift en door haar getypt.

  • Gedicht Jan Theuninck

"Stalag Zehn B"

de feldwebel werd generaal,
de kampdokter, professor
en wij, joden, het is banaal
wij zijn jood gebleven, zonder twijfel !

© by Jan Theuninck

  • De Amsterdamse tram en het oorlogsverleden

29 september 2005, precies 62 jaar na het vertrek van de laatste deportatietrein uit Amsterdam doorbrak de Nederlandse Spoorwegen voor het eerst de stilte over zijn oorlogsverleden. Maar hoe zit het eigenlijk met verschillende gemeentelijke vervoersbedrijven die zorgden dat de joden bij de trein kwamen, bijvoorbeeld de Amsterdamse trammaatschappij? Michal Citroen spreekt met Cor van Mechelen, deskundige op het gebied van het reilen en zeilen van de Amsterdamse trammaatschappij.

beluister fragment
NB. Voor het beluisteren van de fragmenten is een mediaspeler zoals, Windows Media Player vereist.

  • Ingezonden door Reuven Bar-Chaim (Robert Heilbut); Memoires

Het gezin Heilbut, vader moeder en drie zoons, vluchtte in 1933 vanuit Duitsland naar Amsterdam. Ze kwamen in de Zuider Amstellaan (Rooseveltlaan) van de Amsterdamse Rivierenbuurt te wonen. Ook dit gezin ontkwam uiteindelijk niet aan de verschrikkingen van de jodenvervolging.
Het enige nog in leven zijnde gezinslid, de zoon Robert Heilbut, (thans Reuven Bar-Chaim) vertrouwde ons een deel van zijn memoires toe om ze op deze website te publiceren. De heer Bar Chaim heeft zijn memoires in het Engels vastgelegd.

u kunt dit verhaal verder lezen >>


Geraadpleegde bronnen:

(1) Boekwerkje "Hiernaast zijn ze weggehaald" vervolging en verzet in de Rivierenbuurt 1937-1945, uitgegeven door de Stichting Verzetsmuseum Amsterdam
(2) 'De buurman heeft het pak aan van mijn vader' Door ANDRÉ HORLINGS lees verder >>
(3) De Hollandse Schouwburg
(4) Ondergang De vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom 1940-1945
(5) Weinrebs guerrilla met de bureaucratie
(6) Anne Frank Stichting
(7) Joods Monument
(8) De holocaust: opdat wij niet vergeten

 

Linktips:

omhoog

<< terug