Vooral de
Kerk liet zich in deze horen en in het Oude Testament
wordt er zelfs op uitdrukkelijke wijze gewag van gemaakt
dat diegenen die zich aan homoseksuele activiteiten
schuldig maakten, gedood moesten worden. Ook in het
Nieuwe Testament staan passages die homofilie ten
strengste afkeuren. Door de eeuwen heen hebben de Rooms
Katholieke Kerken, de Oosters-orthodoxe Kerken, evenals
de Protestantse Kerken een zeer vijandige stelling
genomen tegen homofilie, waaronder speciaal de
mannelijke homofielen te lijden hadden.
Enkele
buitensporige gevallen in Nederland zijn bekend, zoals
de executie in Utrecht van ongeveer 15 personen in 1730,
die zich aan homofilie schuldig zouden hebben gemaakt.
Deze personen werden toen aangeduid als “Sodomieten”.
Naar aanleiding daarvan werd de toenmalige Republiek der
Nederlanden overspoeld met een hetze tegen homofielen,
die zijn climax uiteindelijk vond in het vooral
Calvinistische dorp Faan in Groningen, waar na een
proces, 22 personen die verdacht werden van sodomie, tot
de dood, door wurging, werden veroordeeld. Pas onder het
Franse bewind werd strafbaarheid van homoseksualiteit
afgeschaft. Het duurde nog tot 1911 dat er een wet werd
aangenomen dat voor homoseksuele contacten de minimum
leeftijd op 21 jaar werd gesteld, de z.g.
“zedelijkheidswet”.
Alleen als beide partners jonger waren dan 21 jaar, gold
een minimum leeftijd van 16 jaar.
Pas tijdens de Duitse bezetting gedurende 1940 tot 1945,
werden de Nederlandse homofielen weer vervolgd voor hun
geaardheid, gebaseerd op en volgens § 175 uit het Duitse
Straf Wetboek.
Evenals in andere landen ontbreekt het ook hier aan
gegevens betreffende Nederlandse homoseksuele
slachtoffers gedurende de bezetting. Van een
systematische vervolging, zoals bij Joden en Zigeuners,
was geen sprake en bleef het bij incidentele gevallen.
Zoals er veel bekend is over de vervolging en uitroeiing
van de joden en grote delen van de zigeuner bevolking in
ons land, zo weinig is bekend betreffende de
homoseksuelen in Nederland, zowel vrouwelijke als
mannelijke.
Veel onbeantwoorde vragen blijven er staan, o.a .
- Het aantal gedeporteerden.
- Het aantal wat in gevangenissen is terecht gekomen
- Het aantal veroordelingen
- Het aantal dat ondergedoken is geweest.
- Het aantal dat gevlucht is naar het buitenland
- Het aantal geëxecuteerden.
Vragen waar waarschijnlijk geen antwoord ooit op gegeven
zal / kan worden.
Vermoedelijk ook doordat na de oorlog veel mensen zich
schaamden om er voor uit te komen dat zij homoseksueel
waren en het meeegemaakte voor iedereen verzwegen. |