Column Karel N.L. Grazell

Terug naar de vorige pagina <<

 

 

index columns

 

STADSDUBBELDEEL?

Wat is in een naam? Een stadsdeel geurt hetzelfde als het alleen is of of als het dubbel is. Als straks (wellicht?) een stadsdubbeldeel ontstaat, hoe zullen we het dan benoemen?

Als straks ZuiderAmstel en OudZuid contamineren,
zullen dan ook hun namen fuseren? Welke naam
zal op het stadsdubbelhuis dan staan? ZuiderZuid
zou logisch zijn. Neenee, toch maar Zuid: punt uit.

Maar.
Maar wat een lappendeken wordt dat stadsdubbeldeel. We begonnen heel klein met stadsdeeltjes als Buitenveldert of Rivierenbuurt. Maar alles wat bestuurd wordt, wil kleiner, want dichter bij de kiezer zijn, en wordt tegelijk groter. Toynbee sprak wat dat laatste aangaat van een algemeen rijk zelfs, maar zover zijn we nog niet: Groot Nederland lukte niet, Groot Duitsland ging eraan en zelfs Europa leidt aan grote vaagheden en desinteresse
Toch is er al een Randstad en voor je het weet, wordt Den Haan een randstadsdeel, Haarlem een randstadsdeel, Amsterdam een randstadsdeel. Met ergens in Zoetermeer, makkelijk dichtbij voor de kiezer, het randstadsdeelkantoor.
We zijn op weg. Met stadsdubbeldeel Zuid: punt uit.
Maar.
Maar wat een lappendeken wordt dat dubbeldeel. Kijk alleen maar eens naar de stadsarchitectuur in de verschillende wijken, dan herken je ook meteen de mensen die er wonen. Daar heb je de Pijp met z’n mengsel van nieuwbouw en pijpenstraatjes. De Stadionbuurt die nooit tegen de Beethovenbuurt kon opboksen. De Concertgebouwbuurt voor de meneer met een gezicht van Croesus. De Beethovenbuurt met het weidse gebaar van straten en lanen, voornaam en levendig, de Rivierenbuurt met een schitterende vormgeving, die veelal sociale bouw moest verbergen, de Irenebuurt van half villa’s, de De Mirandabuurt, een beetje weggevlucht, en Buitenveldert, een slaapwijk, nauwelijks bedacht op buurtvoorzieningen: we zijn er niet, maak ons dus niet wakker.
Zuid: punt uit. Jaja, maar wie kent wie, en wat, en waar, en hoe, en wanneer, en waarom? Een stadsdeel bestaat niet uit wat lijntjes op een kaart, gezet door een m/v ten stadhuize op last van den burgemeester en raad. Een stadsdeel bestaat uit mensen.
Als je in andere, desgewenst nieuw te fuseren stadsdelen kijkt, heel globaal, zie je dat er een zekere eenheid van bevolking is. Binnenstad wordt gekenmerkt door de grachtengordeldieren.(als ze tenminste niet arrogant verder gaan annexeren). Oost heeft altijd iets gehad van de echte Amsterdammer. In Noord leven ze er een beetje bij. En in West, tsja, daar woont veelvoudig de gewone m/v, hoe hij/zij ook is gekleurd.
Maar Zuid: punt uit, da’s een lappendeken, een chaos van jewelste, een verplicht samengaan van wie bent u en wat moet u (maar dan heel beleefd en met een gedesinteresseerd toontje)?
Daar zal heel wat communicatie nodig zijn.
En dan graag wel wat professioneel. Niet van die goedbedoelende vrijwilligers die ‘dat’ wel leuk vinden: berichtjes doorgeven van hoopvolle clubjes en plichtsgetrouwe ambtenaren aan
de opmaker van het saaie krantje. Maar mensen die in de business zitten of hebben gezeten:
journalisten, copywriters
En o politici, het wordt ook tijd voor een radio, en dan geen publieke met overdadig veel politiek erin, want gezien de opkomstpercentages van kiezers en referendumgangers is lokale politiek niet het ideale middel voor hoge luistercijfers – maar uitsluitend de hoogtepunten die ons werkelijk aangaan. Hier is radio Zuid: punt uit – met alles wat belangrijk is voor onze stadsdelers.

NB: ik heb het over Zuid: punt uit, en niet over Zuid – immers, er bestaat qua radio al een radio Zuid. Maar er kan vast wel een betere naam worden bedacht.

En dan nog een jubelend pee-esje: Een expertisebedrijfje ‘in het midden des lands’ te V. bij een grote rivier zond mij onlangs vanwege een verbouwing van een Buitenveldertbuurtse retailer een schrijven: ze wilden m’n woning bekijken en of ik dus maar twee dagen thuis wilde zijn, want wanneer ze precies kwamen, wisten ze niet. Nou. ik ben een uitermate gehoorzaam man, dus ging ik twee dagen niet de deur uit. Maar de heren kwamen niet. Latere informatie toonde dat er sprake was van een vergissing wat het adres betreft. Ik mailde de expertiseurs, en korte tijd later werd m’n bankrekening overstelpt met excuses en een royaal smartengeld van enkele nullen. Dus, lieve lezers, altijd thuisblijven als een bedrijf dat aan u vraagt – als er niemand komt,. is dat geen lompheid, maar een vergissing die graag door de betrokken commerciële gentlemen wordt goedgemaakt.

Karel N.L. Grazell
Amsterdams stadsdichter uit ZuiderAmstel

mei 2009

 

Terug naar de vorige pagina <<