Tabe Bas . . . .

Terug naar de vorige pagina <<

 

Tabe Bas
 

Tabe Bas begon als acteur bij de legendarische Louis Saalborn. Als bariton zong hij echter al snel rollen bij De Nederlandse Opera. Ook gaf hij in de vroege jaren zestig acte de présence in destijds zeer succesvolle musicals als My Fair Lady, Antatevka en De man van la Mancha.
Hij speelde ook in films, onder meer in Wat zien ik? Voor televisie werkte hij mee aan onder meer de series De Kleine Waarheid en Dynastie der kleine Luyden.

Tabe Bas
Chris Moll

Gisteren las ik in de volkskrant dat Tabe Bas (geboren in 1927) is overleden. Tabe heeft altijd in de Rivierenbuurt- Deurloostraat gewoond, ging na de lagere school naar de Houten hbs, de 4e vijfjarige hbs-b, aan de Jozef Israelskade. De hbs was een school met voor die tijd veel leerlingen. Het aantal liep sterk terug toen de Joodse leerlingen er van de Duitsers niet meer naar toe mochten. De klassen werden veel kleiner, maar men bleef de school doordraaien met hetzelfde aantal kassen en leraren. Er waren ook Joodse leraren. Eén ervan was dhr. Rosenberg, die na de oorlog op school terugkwam Op de hbs was Tabe als jonge leerling al een opvallende en soms leidende figuur. Ik zat een paar klassen lager,tegen de hogere klassers keek je op. Mijn zus die bij hem in de klas zat, vertelde een bijzondere gebeurtenis.. In hun klas waren een broer en een zus geplaatst, zij zaten in de NJS, de Nationale Jeugdstorm, de jongerenorganisatie van de NSB. Op hun vorige school waren ze weggepest en in hun nieuwe klas werden ze zoveel mogelijk genegeerd. Echter op de verjaardag van Hitler verscheen de jongen in zijn NJS-uniform. Een van de leraren werd daarover heel erg kwaad, raakte over zijn toeren evenals de klas. Tabe ging op zeker moment voor de klas staan en droeg heel rustig een gedicht voor en langzamerhand keerde de rust weer terug. Het is des te sterker omdat zijn moeder Joods was.Tabe was ook een man die je van de overkant van de straat luidkeels groette, als hij je ontdekte en liep altijd te zingen. Wat hij nu precies voor beroep had? Deels nam hij de verlichtingszaak van zijn vader over en deels was hij artiest. Ik herinner me dat hij meezong in het trio vuilnismannen "as het effe kan". Ook in de schaakwereld was hij bekend.

Ik begin mijn verhaal altijd met: als ik gedroomd heb en wakker word, weet ik dikwijls niet waar de droom over ging. Veel van de droom weet ik niet meer. Maar heel veel wel. Ik merk dat door dit soort gebeurtenissen mijn jeugdherinneringen verlevendigen met daarbij het besef dat er steeds meer van toen verdwijnt. Door het overlijdensbericht komen heel veel herinneringen naar boven. De crisistijd, de oorlog, de angst en de hongertocht met het om eten bedelen bij vreemde mensen. Al met al was mijn jeugd niet zo vrolijk, merk ik.

Chris Moll - 5 februari 2009
cfwmoll@xs4all.nl
De dromen van Chris leest u hier >>


In Memoriam Tabe Bas
door Karel N.L. Grazell

Voor het eerst maakte ik ‘m mee in 1951, we waren beiden 22 en hij kwam net als ik vaak bij het Leidsepleinse café Reynders schaken. Op doordeweekse middagen waren daar weinig bezoekers en dan kwamen veel grote schakers daar om te spelen. Ook Tabe dus. Hij was een dynamische, levensblije figuur met een luide stem. Ik wist niet dat hij acteur, musicalzanger en operabarition zou worden, ik wist alleen dat hij een uitstekend schaker was, en dat er een bedrijf in de Spuistraat was op het gebied van verlichting en dat was dan van z’n vader.l
Vreemd, ik heb nooit een schaakpartij van ‘m gezien. Ik denk dat ik het zelf te druk had met schaken. Ik herinner me één anekdote over Tabe in die tijd. We liepen in de middagse Leidestraat, toen nog vol auto’s en fietsers, en hij zag z’n moeder aan de overkant lopen en schalde dwars door het verkeer heen: dag lief moedertje van me! Ik vind dat ontroerend.
Ik heb in m’n leven twee werkelijk briljante figuren meegemaakt. De eerste was Ramses Shaffy, met wie ik nog op het toneel stond en die bij café Clochemerle (om de hoek van het Leidseplein aan de Lijnbaansgracht) wel piano voor me speelde en al la-la-la-de. De tweede was schaakgrootmeester Hein Donner, met wie ik een aantal vluggertjes speelde en soms gingen we een nachtlang op stap. Hein was ook kampioen snelschaken en het verhaal ging dat hij nog nooit had verloren – behalve tweemaal van Tabe.
Ik ging na een tijdje andere dingen doen. Ik verdiende heel aardig met schaken, maar het werd me teveel routine.
Ruim dertig jaar later kwam ik ‘us Tabe’, zoals ik hem wel noemde naar aanleiding van ‘us Abe (Lenstra)‘ weer een aantal keren tegen, omdat ik toen net als Tabe in de Rivierenbuurt woonde. Ook hadden we eens een leuk gesprek op de Meir in Antwerpen, waar hij samen met z’n toenmalige vriendin winkelde. Ik vroeg ‘m toen hoe dat nou zat met die van Hein Donner gewonnen snelschaakpartijen: was dat verhaal echt waar?
Hij zei: er stond een man bij het schaken van Hein en mij te kibitzen en toen ik tweemaal had gewonnen, zei hij: nou, die Donner is ook niet meer wat hij is geweest.
Korte tijd terug was Deurloostraatse impresario Petra Hotlkamp bij me op bezoek. Ze vertelde contact te hebben met Tabe en dat de naam voor de Rivierenbuurtse stichting Muziek aan de Schelde door Tabe was bedacht.
De koning is gevallen: mat. De laatste noot gezongen. Het ga je goed, Tabe.

8 februari 2009


Tabe Bas zingt samen met Johan Kaart "As het effe kan"

omhoog

Terug naar de vorige pagina <<